Beeld: College of Europe
Nederland kampt met een tekort aan landgenoten binnen de Europese instellingen, meldt de NOS. Dit vormt een obstakel voor het kabinet, dat in Brussel verschillende ambities wil verwezenlijken. Het gaat onder meer om uitzonderingen op het Europese mest- en migratiebeleid en om verlaging van de Nederlandse bijdrage aan de EU-begroting. Nederlandse ambtenaren zouden hierbij kunnen helpen, maar hun aantal binnen de Europese Commissie blijft ver achter bij wat nodig is.
Op dit moment werken er ruim 32.000 ambtenaren voor de Europese Commissie, waarvan slechts 595 Nederlands zijn. Dit aantal is de afgelopen jaren flink afgenomen. In 2016 werkten er nog 678 Nederlanders bij de Europese Commissie. Het gebrek aan landgenoten in deze instellingen is zorgwekkend, vooral omdat hun aanwezigheid kan bijdragen aan de vertegenwoordiging van Nederlandse belangen. Zoals lector Europese Studies Mendeltje van Keulen stelt, kunnen Nederlandse ambtenaren invloed uitoefenen op wetsvoorstellen en daarmee de onderhandelingspositie van Nederland versterken.
Ondervertegenwoordiging van Nederlanders
Nederland is binnen de Europese instellingen sterk ondervertegenwoordigd. Op basis van het inwonersaantal zou Nederland eigenlijk ruim 1200 ambtenaren moeten leveren, een verdubbeling van het huidige aantal. Deze ondervertegenwoordiging is niet uniek; ook landen zoals Duitsland en Polen kampen met een tekort aan ambtenaren. Tegelijkertijd zijn Italië, België en Roemenië oververtegenwoordigd.
Een belangrijke reden voor het lage aantal Nederlandse ambtenaren is de houding ten opzichte van de Europese Unie. In Nederland heerst vaak een negatief politiek klimaat rondom de EU, en er is weinig kennis over de carrièremogelijkheden binnen de Europese instellingen. Bovendien is de Nederlandse arbeidsmarkt aantrekkelijk, waardoor het voor veel Nederlanders minder aantrekkelijk is om naar Brussel te vertrekken. In Oost-Europa is de situatie juist omgekeerd: daar bieden Europese banen een duidelijke meerwaarde.
Daarnaast speelt ook het selectieproces een rol. De EU legt in haar toelatingsprocedures veel nadruk op feitelijke kennis, iets waar Zuid-Europeanen doorgaans beter in scoren vanwege hun onderwijssysteem. Nederlanders krijgen op school vooral vaardigheden aangeleerd, waardoor zij meer moeite hebben met de kennistoetsen van de EU. Onder druk van Nederland is de selectieprocedure recent aangepast, met meer focus op vaardigheden en minder op pure kennis.
Beurzen voor Europacollege
Om het aantal Nederlandse ambtenaren te verhogen, introduceerde de Nederlandse overheid in 2023 een nieuwe studiebeurs voor het Europacollege, een toonaangevende opleiding voor Europese studies. Deze beurs vergoedt een groot deel van het collegegeld, waardoor de drempel voor Nederlandse studenten om een Europese carrière na te streven, wordt verlaagd. Dit initiatief lijkt al resultaat op te leveren: het aantal Nederlandse aanmeldingen is aanzienlijk gestegen.
Hoewel deze maatregelen hoopvol zijn, blijft de toekomst onzeker. Veel ervaren Nederlandse ambtenaren staan op het punt met pensioen te gaan, en hun vervanging is geen gemakkelijke opgave. Vanwege de hiërarchische structuur binnen de Europese Commissie is het lastig om snel opvolgers op te leiden voor deze sleutelposities.
Het tekort aan Nederlandse ambtenaren binnen de EU blijft daarmee een belangrijk punt van zorg. Hoewel de recente inspanningen mogelijk op termijn vruchten afwerpen, zal Nederland zich blijven moeten inspannen om het aantal landgenoten in Europese instellingen op peil te brengen en zo haar invloed in Brussel te behouden.