Gezichtsherkenning en Artificial Intelligence (AI) als hulp bij opsporing of robots voor het benaderen van verwarde mensen. Mark Wiebes, innovator bij de Nationale Politie, onderzoekt hoe technologie kan helpen bij uitvoering van politietaken. ‘De inzet moet proportioneel zijn en recht doen aan samenleving en burgerrechten.’ Want de gevaren van privacyschending, datamisbruik en computer says no liggen op de loer.
Dat nieuwe technologie een grote steun kan zijn voor de politie, is voor Mark Wiebes helder. ‘Voor de opsporing van criminelen kan het gebruik van camera’s en gezichtsherkenning erg effectief zijn, maar tegelijkertijd is het een grof middel dat veel collateral damage oplevert. Hoe voorkom je bijvoorbeeld (raciale) vooroordelen bij de scan? Wat doe je met alle overbodige data die je verzamelt? Je wilt niet dat data kwijtraken of in een later stadium voor een ander doel worden gebruikt. En ook: wat doet het met een samenleving als mensen zich 24/7 bespied weten?’
Minimale bijeffecten
‘Het kiezen van het minst ingrijpende middel moet bij de inzet van al ons werk altijd vooropstaan,’ stelt Wiebes. ‘Dat geldt niet alleen voor geweldsmiddelen, maar ook voor de te gebruiken opsporingstechnologie. ‘Zo hebben we met TNO een experiment uitgevoerd waarin we Privacy Enhancing Technology hebben toegepast op gezichtsherkenning. Bij dit experiment, dat alleen met acteurs werd uitgevoerd, bleek dat je met die privacy-technologie sensoren kunt gebruiken zonder veel data op te slaan. Dan hoeven opsporing en privacy elkaar dus niet te bijten.’
*Dit is het eerste deel van een artikel uit Publiek Denken 42: Openbare orde en veiligheid. Lees hier verder
Beeld: Hilbert Krane