De hoge omloopsnelheid van topambtenaren heeft funeste gevolgen voor de kwaliteit van uitvoering. Dat zeggen ervaringsdeskundigen in gesprek met NRC.
Geïnterviewde (top)ambtenaren, politici en bestuurders stellen dat een topambtenaar twee à drie jaar nodig heeft om de vaak complexe dossiers op de directie te doorgronden, de belangrijkste spelers op die onderwerpen te leren kennen, en de dynamiek in de coalitie en in de Kamer te kunnen overzien.
De Algemene Bestuursdienst onderschrijft dat te snel wisselen van functie de kwaliteit van uitvoering niet ten goede komt. Na drie jaar zou een rijksambtenaar in een leidinggevende functie het werk volledig onder de knie hebben, om in de jaren daarna te kunnen ‘oogsten’. De huidige verplichting na zeven jaar te rouleren zorgt er echter voor dat topambtenaren nog veel eerder wisselen van functie. Mede hierdoor komt de kwaliteit van de uitvoering in het geding.
Is dit een verontrustende signaal vanuit een systeemwereld die steeds trager beweegt in een (terecht) veeleisende leefwereld die voortdurend flexibeler wordt?
Initieel is het de bedoeling geweest dat leden van de TMG (Top management Groep) . manager en generalist zijn, die wisselen tussen de departementen Er zou dan ook geen plaats meer zijn voor ‘specialisten’. Intussen is dat min of meer losgelaten.
Echter voorafgaand aan een benoeming is een MD-traject gewenst. Hiervoor dienen loopbaanpatronen en ontwikkelingstrajecten te worden opgesteld. Daarbij dienen de plaatsingstermijnen van 5-7 jaar uitgangspunt te zijn. Daarnaast dient een kabinet verder durven te kijken dan de regeerperiode en niet doen aan coöptatie en/of (politieke) voorkeur (een utopie??).
Bij mijn onderzoek in 2011 naar de mobiliteit van de TMG-groep was zowel in de profielschets als het competentieprofiel van de ABD manager , geen enkele eis met betrekking tot enige ervaringsopbouw.
Ook is een benoeming op jongere leeftijd in de TMG niet wenselijk; immers ook een TMG lid moet tot 67 (?) jaar doorwerken.
Het zou goed zijn om nogmaals naar de filosofie achter de oprichting van de ABD te gaan kijken.
Bij het managen van ‘klussen’, afdelingen, diensten etc. lijkt de efficiëntie vaak belangrijker dan de effectiviteit. Managers worden vaker afgerekend op de beheersing van de kosten dan op het uiteindelijke resultaat, laat staan het uiteindelijk maatschappelijk effect. Mijns inziens moet dat laatste voorop staan, uitgangspunt zijn bij het inrichten van een organisatie. De politieke druk om tegen de laagste kosten zoveel mogelijk te ‘produceren’, bedrijfsmatiger te werken, enz. moet worden weerstaan. Dan maar iets hogere belastingen (progressief)!