Ammehoela!

De toeslagenaffaire heeft weer eens een oude wijsheid blootgelegd. In de Nederlandse taal is deze wijsheid het leukst verwoord door Martinus Nijhoff (Haagse dichter, red.) in het gedicht Awater: ‘Lees maar, er staat niet wat er staat (waterstaat)’. Ofwel: laat je niet in het ootje nemen door wat de dingen op het eerste gezicht lijken te zijn. Neem het thema discriminatie en haar antoniem gelijkheid. Discriminatie is in onze samenleving taboe. We zijn allemaal gelijk. Of zit het anders?

Het is waar: de discriminatie waarop Black lives Matter en MeToo betrekking hebben, is in onze samenleving not done. Iedere burger is voor de wet gelijk. Maar laten we eerlijk zijn: het gaat slechts om een sierrandje. Je hoeft de nagels er maar even in te zetten of de lak springt eraf en er onthult zich een wirwar van spelonken vol verborgen discriminatie, binnen de samenleving en door de staat.

Wat de samenleving betreft: ieder van ons barst van de vooroordelen. Publiekelijk doen we alsof het niet zo is maar eigenlijk weten we dat we liegen en onszelf voor de gek houden. Dikke mensen, gekleurde mensen, mensen met een handicap, Grieken, Russen… er zijn duizend clichés te bedenken waaraan ons verstand tegen beter weten toegeeft. Het grootste probleem van discriminatie in onze cultuur is dan ook niet de openlijke variant ervan. Die is herkenbaar, bestrijdbaar, strafbaar. Het grootste probleem is de stille, heimelijke, ontkende en verborgen variant. Het is die variant die zich op momenten van maatschappelijk spanning binnen de kortste keren ontwikkelt tot iets ergers. Vandaar dat bestrijding van discriminatie hier begint: met erkenning dat we boordevol vooroordelen zitten.

Het is een andere variant van verborgen discriminatie, door de overheid, die op dit moment de meeste aandacht vraagt. Voor de overheid zijn we allemaal gelijk. Dat staat in het wetboek en wordt door elke rechtgeaarde tijdgenoot bevestigd. Helaas is ook dit niet meer dan een publieke waarheid: mooi voor de Bühne maar heel wat minder mooi voor een fatsoenlijke inrichting van de samenleving. De toeslagenaffaire toont het zoals duizenden dagelijkse akkefietjes het tonen: mensen zijn zo ongelijk, lees verschillend, dat gelijkheid voor de wet in ontelbaar veel gevallen juist ongelijkheid met zich meebrengt. De digitalisering heeft dit probleem nog eens versterkt. Op het formulier, de Excel-sheet en in de theorie staan en gelden voor iedereen dezelfde regels. Die hoeven vervolgens alleen maar toegepast te worden. Toch?

Ammehoela! Want mensen zijn niet gelijk. Ze zijn gelijkwaardig en dat is iets anders. Maar vanwege die ongelijkheid moeten ze ook ongelijk, lees verschillend, behandeld worden. Vandaar een van onze belangrijkste opdrachten voor de nabije toekomst: richtlijnen maken die de verschillen erkennen en ambtenaren opleiden die in staat en gemachtigd zijn die erkende verschillen ook daadwerkelijk in praktijk te brengen.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *