Sinds kort biedt de NPO op zijn website de mogelijkheid om tegelijkertijd in een scherm een televisieprogramma en de twitterdiscussie over dat programma te volgen. ‘Met de nieuwe dienst’, lees ik op de site, ‘wil de NPO programmamakers en publiek dichter bij elkaar brengen.’ Dat willen we allemaal wel. Of eigenlijk, dat is wat ieder medium per definitie wil: dingen dichter bij elkaar brengen. Hoe beter het middel werkt, hoe onmiddellijker het verbindt. Maar helemaal onmiddellijk, dat wil zeggen zonder middel, is contact natuurlijk niet mogelijk. En dus is het menselijk contact altijd even sterk als het laatste uitgevonden medium. De media zijn zogezegd onze sterkste en zwakste schakels. En dat geldt ook voor de social media. En, is ons contact er met diensten als Twitter, Facebook en Instagram inniger op geworden? Nou ja, de weemoed naar de gezamenlijke kijkbeleving uit de tijd van Dallas en Dynastie is de afgelopen jaren in ieder geval achterhaald. Wist jarenlang niemand nog bij de spreekwoordelijke koffieautomaat waar hij de avond ervoor langs had gezapt, inmiddels verkneukelen we ons weer met miljoenen kijkers en honderdduizenden twitteraars tegelijk op de bank voor The Passion, BZV, DWDD en het Eurovisie Songfestival. De koffieautomaat is vervangen door de hashtag (#). Alleen levert het contact in 140 tekens heel andere gespreksstof op dan de ongepubliceerde praatjes in de koffiepauze. Zodra er een trending hashtag verschijnt, ontstaat er een kijkersfile voor buis en beeldscherm, waarin individuele internetgebruikers zoveel mogelijk woordgrappen of verontwaardiging produceren, ‘deskundigen’ zich aansluiten om het modder- gevecht ‘te duiden’ en journalistieke en satirische media er als de kippen bij zijn om een belangrijk deel van hun online advertentieinkomsten te genereren. Dat heet dan dat ‘Twitter is ontploft’ , maar die explosies zijn natuurlijk bij het verdienmodel van deze digitale dienst inbegrepen. Het is hierdoor dat vrijwel elk publiek debat de vorm heeft gekregen van een zwartepietendebat, waar schofferen (huilnegers en witte-jankpieten), wordt afgewisseld met morele verontwaardiging en goedertierenheid (#respect en #jesuischarlie) en tenslotte columnisten het trending topic afsluiten met een finale duiding in de zaterdagkrant. Op naar de volgende ontploffing. De NPO die het publieke belang dient zou programmamakers en publiek beter niet nog ‘dichter bij elkaar’ moeten brengen. De nieuwe dienst zal door de vele twitter- explosies vast winstgevend worden, maar een publieke instelling kan zich beter richten op zijn core business: niet het vermaken van een consument, maar het vergroten van de leefwereld van een burger.