Laatst kwam ik een interessant fenomeen tegen. Een niet nader te noemen gemeente had een nieuw concept toegepast in een van de wijken om mensen tijdens de coronacrisis toe te leiden naar opleiding of werk. Het concept werkte. De mensen die het concept ontwikkelden en verder invulling gaven, hadden een enorme drive om er iets van te maken. En het sloeg aan. Met veel gevoel voor de menselijke maat. Om het een beetje eigentijds te zeggen: ze werkten vanuit de bedoeling; de opgave stond centraal. En daarmee boekten ze resultaat.
Het concept werd zo succesvol dat de wethouder de potentie ervan begon te zien. Hij omarmde het en wilde het graag opschalen. Hij wilde het graag in andere wijken gaan toepassen. Hij begon erover op te scheppen in de media en ging toezeggingen doen aan de raad dat hij zo- en zoveel mensen binnen zo- en zoveel tijd op deze manier aan het werk zou helpen.
En toen doofde het heilig vuur van het eerste uur. Partners van de gemeente keken raar op toen de gemeente ineens veel nadrukkelijker ging sturen op concrete prestaties. Direct betrokkenen voelden de druk om mensen zo snel mogelijk aan een baan te helpen en misten de vrijheid om in te spelen op elk geval apart. En met slechts heel veel pijn en moeite lukte het om te voorkomen dat het concept simpelweg werd gekopieerd naar de andere wijken.
U voelt de paradox al aankomen. Nee, ik zal heus niet zeggen dat dit concept dankzij zijn succes alsnog een mislukking werd. Maar het scheelde niet veel. Al te succesvol worden kan in de wereld van het openbaar bestuur de kortste route zijn om alsnog te mislukken. Omdat het succes geclaimd wordt en voor andere doelen wordt gebruikt.
Als het gaat om politiek-bestuurlijke sensitiviteit, is er een enorme marktplaats van opleidingen, trainingen en cursussen ontwikkeld. Daarmee leren ambtenaren de wereld van politiek en bestuur beter snappen. Hartstikke goed natuurlijk. Maar, hoewel ik me kan vergissen, op het gebied van ambtelijke sensitiviteit, noem het anders uitvoeringsgevoeligheid voor bestuurders, is er daarentegen niet of nauwelijks iets voorhanden. Laten we daar, aan de vooravond van een nieuwe collegeperiode in het lokaal bestuur, eens serieus werk van maken!
En laat daarbij de succesparadox vooral voor bestuurders en politici een waarschuwing zijn. Het is verleidelijk om goede sier te maken met de pareltjes die je in de uitvoering kunt aantreffen. Maar al te makkelijk wordt de intrinsieke motivatie van betrokken en kundige publieke professionals geslachtofferd op het altaar van bestuurlijke ijdelheid en scoringsdrift. Beste bestuurder: koester succes, vooral door het met rust te laten!