Er is sprake van een grote turbulentie. Je kunt zeggen, een reeks van turbulenties: electorale turbulentie, maatschappelijke turbulentie, bestuurlijke turbulentie, internationale turbulentie, complot-denken-turbulentie, mediaturbulentie… We zitten in een perfect storm. Dit meteorologische begrip staat voor een samenloop van meerdere problematische ontwikkelingen.
De opgetelde turbulenties brengen veel onzekerheid met zich mee. Met als gevolg veel politieke beloftes, vooral in de verkiezingstijd. Dat zijn opvallend vaak politieke beloftes voor het “hier-en-nu”. Op dat gladde ijs van het “hier en nu denken” zitten we al een tijdje, waardoor we steeds meer uitglijden. Dit maakt het onmogelijk om vraagstukken op te lossen, die juist vragen om op langere banen te schaatsen, zoals bijvoorbeeld versterking van de natuur, de groei van Nederland of de toenemende zorgbehoefte.
Van de overheid wordt koersvastheid verwacht. Niet met alle zijwindjes meedraaien. Maar nee, juist koers houden ook in turbulente tijden. Niets is zo frustrerend voor inwoners van dit land als een overheid die meebuigt als een rietstengel bij elke populaire wind. Van de overheid wordt consistentie verwacht op de langere lijnen. Of dat nu gaat om volkshuisvesting of migratie of energie. Met name ambtenaren hebben de taak die lange lijnen voor te bereiden en uit te voeren. Zeker ambtenaren moeten staan voor de consistentie en voorspelbaarheid. Het wil niet zeggen dat niet kan worden bijgestuurd als zaken daarom vragen. Maar niet als een jojo heen en weer vliegen.
Daarom is het ook goed dat elke ambtenaar een eed of gelofte aflegt. Een eed/gelofte die inmiddels is vernieuwd. Ik kan iedereen aanraden deze goed in zich op te nemen. Want deze nieuwe eed/gelofte zegt dat iedere ambtenaar moet zweren/beloven de Grondwet trouw te zijn en Nederland als goed ambtenaar te dienen. De ambtenaar zweert/belooft daarmee dienstbaar te zijn aan Nederland en aan de samenleving. Er staat dus werken voor Nederland en niet werken voor de Staat der Nederlanden, de regering of de rijksoverheid, aldus de toelichting. Met de eed/gelofte zegt een ambtenaar ook dat zij/hij werkt in het algemeen belang voor onze samenleving en zich daarvoor inzet.
Het vraagt om rechtvaardige en respectvolle behandeling van alle mensen; dus geen discriminatie of racisme. Het vraagt ook om trouw aan de Grondwet, gedragen volgens onze wetten. Dat laatste is inclusief het bewustzijn van de machtspositie die de overheid kan hebben en als vakvrouw/-man zorgvuldig omgaan met mogelijke spanningen bij het uitvoeren of handhaven van wetten. Hiermee zijn we gelukkig af van het motto “We moeten de minister uit de wind houden”, dat te vaak wordt gehoord. Ambtenaren moeten de samenleving dienen. Dat vraagt om stevige tegenspraak als politici de grenzen van de wetten opzoeken en het vraagt om koersvastheid op de lange baan.
*Deze column verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 48: Publieke professional.
Beeld: Pexels