Om de 2°C-klimaatdoelstelling ruimschoots te halen, is het combineren van verschillende kennisbronnen essentieel. Dat concludeert PBL-onderzoeker Mariësse van Sluisveld in haar proefschrift 2°C through different lenses, waarop ze vorige week aan de Universiteit van Utrecht promoveerde.
Tijdens de klimaatconferentie van Parijs is besloten om de opwarming van de aarde te beperken tot ‘ruim onder de 2°C’ ten opzichte van het pre-industriële niveau en indien mogelijk zelfs tot 1.5°C. Beleidsmakers die deze doelstelling nastreven, worden geconfronteerd met vele uitdagingen. Om die in kaart te brengen kunnen er verschillende kennisbronnen worden gebruikt. Zo kan bijvoorbeeld kennis uit het verleden worden gebruikt om iets te zeggen over de mogelijkheden voor de toekomst, kunnen inzichten van deskundigen handvatten bieden bij het bepalen van verwachte of haalbare systeemverandering op termijn en verkennen rekenmodellen de range aan mogelijke transitiepaden binnen een vastgestelde klimaatdoel.
Omdat geen enkele individuele kennisbron een volledig beeld kan geven van hoe de wereld vorm moet krijgen onder de 2°C klimaatdoelstelling, maakte Van Sluisveld meerdere vergelijkingen tussen de kennisbronnen, waarbij een rekenmodel centraal staat. Door toekomstige systeemverandering in het licht te zetten van meerdere (inter)disciplinaire perspectieven kan men kritisch kijken naar de kansen voor, en uitdagingen bij, een energietransitie in lijn met de 2°C-klimaatdoelstelling. Hoewel er voor een hernieuwbare energievoorziening een positief beeld geschetst wordt binnen elk onderzocht kennisveld, signaleerde Van Sluisveld aanzienlijke uitdagingen voor de overige onderzochte (energie)technologische maatregelen.
Om blikvernauwing te voorkomen roept Van Sluisveld op om verder vergelijkingsonderzoek te doen en dit uit te breiden door kennis uit andere disciplinaire vakgebieden of van (publieke) actoren mee te nemen.