Sociaal ondernemerschap groeit fors in Nederland. Helaas blijkt het beleid van lokale overheden voor deze ondernemingen een van de belangrijkste hindernissen voor verdere groei en ontwikkeling, blijkt uit recent onderzoek. Wat zijn precies de knelpunten en hoe kunnen gemeenten die oplossen?
Adviesbureau PwC besloot in samenwerking met onderzoeksbureau Social Enterprise NL, de Vereniging van Gemeentesecretarissen, gemeenten en sociale ondernemingen op zoek te gaan naar antwoorden en publiceerde hierover onlangs het rapport Prille kansen: de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten in Nederland. Uit dit rapport blijkt dat ruim 40 procent van de gemeenten daadwerkelijk (pril) beleid heeft geformuleerd voor het stimuleren of faciliteren van sociaal ondernemerschap; 75 procent van de gemeenten vindt dat zij nog onvoldoende kennis heeft van sociale ondernemingen. Per gemeente bestaat er ook een groot verschil tussen het waarderen en erkennen van sociaal ondernemerschap, concludeert het rapport.
Ook mist het gemeentelijk systeem regelmatig flexibiliteit om te kunnen inspelen op deze nieuwe vorm van samenwerking. Anderzijds zijn sociale ondernemers zich vaak onvoldoende bewust van de aard en werking van een gemeente. Beide partijen blijken vaak een andere taal te spreken en elkaars intenties niet te begrijpen. Kortom, er ligt nog een wereld open voor krachtig partnerschap.
Hoe kunnen gemeenten en sociale ondernemingen beter samenwerken, is dan de vraag. De onderzoekers bogen zich over de materie en stelden daartoe aanbevelingen en handreikingen op. Zoals: breng de sociale ondernemingen in een gemeente in beeld, geef expliciete aandacht aan maatschappelijke waarde bij de inkoopbeoordeling en zorg voor een duidelijk gemeentelijk aanspreekpunt voor sociale ondernemingen.
Daarnaast is kennisopbouw voor gemeenten van belang voor het zien en benutten van de kansen van sociaal ondernemerschap. Ook het samenstellen van een afdelingsoverstijgend netwerk van gemeentemedewerkers kan helpen. Ten slotte is een extern netwerk of een broedplaats voor sociale ondernemingen een krachtig middel op weg naar mooie samenwerkingsverbanden tussen sociale ondernemingen en gemeenten.
Er zijn ook gemeenten die het sociaal ondernemingschap al jaren stimuleren en daarvan nu volop de vruchten plukken. Bijvoorbeeld in Hengelo, waar voormalig wethouder Bert Otten kansen zag in sociaal ondernemerschap voor het creëren van werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Samen met een voormalig manager van het Regionale Organisatie Zelfstandigen (ROZ) initieerde hij in 2010 het Ondernemerscentrum H164 met een missie op het terrein van ondernemerschap en sociale economie.
Inmiddels biedt de ROZ in opdracht van de gemeente Hengelo vanuit ondernemerscentrum H164 trainingen op het gebied van sociaal ondernemen, een klankbord, advies en een netwerk sociale ondernemers aan mensen die een sociale onderneming hebben of willen starten in Oost-Nederland, en fungeert voor hen als makelaar of partner. Daarnaast is een ondersteunend netwerk van bedrijven en instellingen actief om het sociaal ondernemerschap in de regio te promoten.
Download het onderzoek Prille kansen: de samenwerking tussen sociale ondernemingen en gemeenten in Nederland op de website van het G40stedennetwerk.
Wij merken als landelijke sociale onderneming (Advies Centrum Thuiszitters) nog een andere complicerende factor: onduidelijk in de verantwoordelijkheden die complexe thuiszitproblematiek met zich meebrengt welke leidt tot lange trajecten voordat wij vergoed kunnen worden, terwijl ons werk direct handelen verlangt omdat wij op moment van totale crisis worden gevraagd, meestal door de ouders van deze kinderen. Wij kunnen als landelijke sociale onderneming niet per gemeente contracten afspreken. Vooralsnog lijkt de enige weg dat wij een contractant zoeken waar wij sub-contractant van worden. Maar dit moet elke keer opnieuw georganiseerd worden. Ons zou het enorm helpen als er een register komt van erkende landelijk georganiseerde sociale ondernemingen waar gemeentes direct gebruik van kunnen maken zonder de nu nodige contractcomplexiteit. Wij hebben overal in het land deze thuiszitcasussen. Wie kan ons helpen dit eenvoudiger te maken? Met groet, Indi Hondema