Vorige week kwam de staatscommissie parlementair stelsel met een tussenrapportage van haar onderzoek. In dat onderzoek wordt de vraag beantwoord hoe het Nederlandse parlementaire stelsel aan de eisen van deze tijd kan voldoen. Daarvoor zijn volgens de commissie een aantal mogelijkheden. Hieronder de punten die het meest in het oog springen.
De democratie versterken
– Een bindend correctief referendum als uiterste middel zou de representatieve democratie kunnen versterken. Zonder opkomstdrempel, maar bijvoorbeeld met een ‘uitkomstdrempel’ die bepaalt welke uitkomst de doorslag geeft. Dit naast andere instrumenten voor meer directe invloed van de bevolking op de politieke besluitvorming vooraf.
– Het kiesstelsel kan meer op personen dan op partijen en meer op kandidaten in alle regio’s ingericht worden.
– De opkomst bij verkiezingen kan omhoog door ‘early voting’ (stemmen vóór de verkiezingsdag), door meer stembussen bij bijvoorbeeld mbo-instellingen en door stemmen uit het buitenland gemakkelijker te maken
– Een direct-gekozen formateur kan kiezers meer invloed op de kabinetsformatie geven. Kiezers stemmen dan op een partij, maar ook op een formateur.
De rechtsstaat versterken
– Een Constitutioneel Hof dat wetten mag toetsen aan een deel van de Grondwet, met name de klassieke grondrechten. Dit zou voorkomen dat ‘gewone’ rechters in politiek vaarwater terecht komen. Daarnaast meer aandacht voor de Grondwet vooraf, bij het ontwerpen van wetten.
– Regels en openheid over digitale politieke campagnes (met toezicht) kan manipulatie van kiezers voorkomen.
– Een maximum aan giften voor politieke partijen uit binnen- en buitenland kan ongewenste afhankelijkheid voorkomen.
– Geschiedenis en staatsinrichting als verplicht vak in het hele voortgezet onderwijs, een nationale dag van de democratische rechtsstaat.
Het parlement versterken
– Een regeling bij conflicten tussen Tweede en Eerste Kamer, als in de Eerste Kamer geen meerderheid is voor een wet die in de Tweede Kamer is aangenomen. Dat zou kunnen door te regelen dat de Eerste Kamer een voorstel terug kan sturen naar de Tweede Kamer of door het voorstel te behandelen in een gezamenlijke commissie van beide Kamers. Herzieningen van de Grondwet zouden (in tweede lezing) in een verenigde vergadering van Eerste en Tweede Kamer samen behandeld kunnen worden.
– Regels voor situaties waarin de nationale politiek niet alles voor het zeggen heeft: bij voorgenomen beleid van de Europese Unie, bij decentralisatie van bevoegdheden naar provincies of gemeenten, en bij verzelfstandigingen en privatiseringen.
– Betere inhoudelijke ondersteuning van het parlement (meer gebruik van kennis van buiten, betere communicatie over het werk van het parlement als geheel).