nieuws

Defensie en Buitenlandse Zaken zijn de reislustigste ministeries

Uit onderzoek van de Auditdienst Rijk, dat het Algemeen Dagblad in handen kreeg na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur, blijk dat dat er verschillen zijn in de dienstregelingen van ministeries. De interne controleur van de Rijksoverheid concludeert dat ministeries er ‘verschillende uitwerkingen, interpretaties en gewoonten’ op nahouden.

Lager personeel van Defensie is veroordeeld tot goedkopere stoelen, terwijl voor officieren vanaf de rang kolonel op vluchten buiten Europa een business class-ticket de standaard is. Sommige ambtenaren mogen businessclass boeken als de reis meer dan 5 uur duurt. Anderen doen dat als ze in het buitenland meteen acte de présence moeten geven.

Opvallend is vooral het verschil tussen Buitenlandse Zaken en Defensie, de twee reislustigste ministeries. Militairen die vliegen naar een bestemming buiten Europa, doen dat negen op de tien keer in de economy class, terwijl 40 procent van de diplomaten in de business class plaats mogen nemen.

Buitenlandse Zaken noemt de verschillen per ministerie onwenselijk. Een uniform beleid omtrent vliegreizen is in de maak, meldt een woordvoerder. Volgens het ministerie van Sociale Zaken zijn topambtenaren van verschillende ministeries daarover in overleg. Wanneer een eenduidige regeling wordt ingevoerd, is nog niet duidelijk.

Opvallend genoeg is Buitenlandse Zaken zelf met bijna 30 procent van de reizen kampioen business class-vliegen. Deze kaartjes zijn drie tot vier keer zo duur: met 6 miljoen euro slokken ze 60 procent van het jaarlijkse vliegbudget van het ministerie op.

Ambtenaren van Sociale Zaken en Volksgezondheid reizen met nog geen 5 procent businessclasstickets het zuinigst. Zij worden ook op intercontinentale vluchten geacht economy class te boeken, waar de beenruimte beperkt is.

KLM
Een ander opmerkelijk gegeven uit het rapport is de voorkeur voor KLM. Van alle tickets die via de reisagent van de ministeries wordt geboekt, betreft 58 procent een vlucht met de nationale trots. Dat mag wat kosten: van de 45,8 miljoen euro die de departementen in 2014 uitgaven aan vliegtickets, belandde 68 procent bij KLM (ruim 31 miljoen euro).

Desondanks zeggen de ondervraagde ministeries geen voorkeur voor KLM te hebben, maar te kiezen voor de goedkoopste vlucht. Het is onduidelijk of de voorkeur voor KLM te maken heeft met het frequent flyer-programma, waarin de luchtvaartmaatschappij trouwe passagiers via een puntensysteem beloont met voordeeltjes. In de gedragscode voor ambtenaren staat dat het gebruik van het frequent flyer-programma tijdens dienstreizen voor persoonlijke doeleinden niet is toegestaan.

Tegelijkertijd stellen de ministeries dat het niet te controleren is of ambtenaren zich daaraan houden. Luchtvaartmaatschappijen geven namelijk geen inzage in het gebruik van de gespaarde punten.
Van alle bestemmingen bezoeken Nederlandse ambtenaren Londen het vaakst, gevolgd door Curaçao en Washington. Binnen Europa waren in 2014 behalve Londen ook Rome, Oslo en Berlijn populair.

 

Bron: AD.nl

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *