Een andere aanpak met meer aandacht voor persoonlijke drijfveren, gekoppeld aan moderne digitale marketingtechnieken, leidt tot een hogere uitstroom naar werk van mensen in de bijstand. Dat is de ervaring van de gemeente Enschede met het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt (DIA). Daarbij past de nuancering dat deze aanpak niet voor iedereen goed werkt.
De gemeente Enschede had een relatief hoog werkloosheidpercentage (in 2014 was het 19 procent) annex mensen in de bijstand. Dat laatste vormde een grote aanslag op de gemeentekas, terwijl het de vraag opriep of de beschikbare technieken eigenlijk wel op een goede manier werden ingezet om mensen aan het werk te krijgen. Dick Laan, programmamanager I-sociaal bij de gemeente Enschede, vertelt: ‘We zijn toen gaan kijken hoe we een betere match konden maken tussen vacatures en werkzoekenden. Dat is het programma Digitale Innovatie Arbeidsmarkt (DIA) geworden, dat we in samenwerking met het UWV zijn begonnen.’[blendlebutton]
Het programma, dat liep van mei tot en met oktober 2015, was een samenwerking tussen overheid, de wetenschap (de Universiteit Twente) en het bedrijfsleven. In een pilot is onderzocht of moderne digitale technieken kunnen bijdragen aan het vergroten van het welzijn en de regie op het eigen leven van werkzoekenden. Laan: ‘Het programma bestond uit drie pijlers: een commerciële pijler, 8ting genaamd, met 150 deelnemers, een pijler waarbij 150 mensen in de bijstand door het UWV werden benaderd met hun WW-portfolio, en een referentiegroep van 900 mensen. Het ging om mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt.’ Het programma werd ondergebracht bij Werkplein Twente, het samenwerkingsverband tussen de veertien Twentse gemeenten en het UWV, maar was alleen voor inwoners van Enschede.
Innovatief
De pijler van 8ting was het meest innovatief. De deelnemers zijn zes maanden lang op een andere manier benaderd. Er is niet gekeken naar formele vaardigheden en opleiding, maar ze zijn meer als persoon benaderd waarbij juist naar hun ‘zachte kenmerken’ is gekeken, hun talenten en kwaliteiten: wat wilden ze het liefst doen, waar lag hun belangstelling. Eerst konden ze twee maanden zonder sollicitatieplicht aan de slag met zichzelf om daarachter te komen. In de volgende fase van twee maanden werden ze voorbereid op werk en in de laatste twee maanden werden ze ‘gematcht’ met vacatures.
Het programma leverde in enkele opzichten onverwachte resultaten op. Na afloop bleek dat de groep van 8ting beter scoorde qua fulltime uitstroom en de UWV-groep beter qua parttime uitstroom. Uit onderzoek van de Universiteit Twente bleek dat de deelnemers de aanpak waardeerden omdat ze hun werkzoekproces meer in eigen handen hadden. Ook bleek dat de mensen gerichter naar werk waren gaan zoeken, waardoor er een betere match tussen de mensen en vacatures ontstond. ‘Dat was voor ons een verrassing, we hadden verwacht dat mensen juist breder zouden gaan zoeken.’
Het project was in ieder geval een succes, de uitstroom was groter dan in de referentiegroep. Ook onverwacht was dat er behalve uitstroom naar werk ook uitstroom was om andere redenen, zoals het volgen van een opleiding of verhuizing. Bij de UWV-groep was dat ruim 4 procent, bij de 8ting-groep meer dan het dubbele. ‘We hebben de mensen digitaal meer op de huid gezeten, dit was daar een mooie bijvangst bij.’
Grotere afstand
Bij deze resultaten past de kanttekening dat het om mensen aan de bovenkant van de doelgroep ging, kansrijke mensen die goed bemiddelbaar waren. Het programma is nadien tot medio 2017 doorgegaan met mensen die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hadden. De uitstroom daalde daardoor, maar het heeft wel de kennis opgeleverd dat er in deze groep veel andere problemen speelden. Een van de lessen die zijn geleerd is dat een mindere gezondheidsbeleving van invloed is op de uitstroom. Het betekent dat er andere vormen van zorg voor deze groep nodig zijn.
Het programma en de pilot hebben veel nieuwe inzichten opgeleverd, vertelt Laan. ‘We zijn in staat om meer analyses te doen door middel van nieuwe technologieën waardoor we mensen beter kunnen helpen. We hebben ook geleerd dat maar een hele beperkte doelgroep op deze manier aan werk kon worden geholpen. Voor andere mensen zijn andere interventies nodig. En we hebben geleerd dat lastig is om je gegevens actueel te houden. We zijn nu bezig met programma’s om dat te verbeteren.’
Drijfveren
Dat is techniek, maar zeker zo belangrijk is het inzicht dat juist de ‘zachte kenmerken’ van mensen, hun drijfveren heel belangrijk. ‘De systemen voorzien daar niet in, terwijl je door daar gebruik van te maken veel beter interventies op maat kunt doen. Via het programma I-sociaal pakken we dit op, dit is een heel belangrijke les die we hebben geleerd.’
Het werkt natuurlijk pas echt goed als ook werkgevers hiervan doordrongen raken en bijvoorbeeld hun vacatures anders beschrijven. De gemeente Enschede voert daarom gesprekken met werkgevers om ze van het nut daarvan te overtuigen.
De geleerde lessen worden ook breder ingezet. Laan: ‘We willen de inzichten die we hebben opgedaan – vooral de noodzaak van meerdere interventies – verbreden naar het hele sociale domein. Samen met Zwolle, Groningen en Deventer werken we aan een plan om dat te gaan doen. Eind januari maken we bekend welke gemeente welk onderwerp op zich neemt.’[/blendlebutton]