De digitale weerbaarheid in Nederland blijft achter bij de groei van dreigingen. Overheid, bedrijfsleven en burgers nemen veel stappen om de digitale weerbaarheid te vergroten, maar dit gaat niet snel genoeg. Dat blijkt uit het Cybersecuritybeeld Nederland 2017 (CSBN 2017) dat demissionair staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Net als vorig jaar blijft cybercriminaliteit een belangrijk punt van aandacht. Cyberaanvallen zijn aantrekkelijk vanwege de grote impact door inzet van vrij beperkte middelen en raken de gehele samenleving. Ook houdt de dreiging van statelijke actoren aan, meer dan honderd landen spioneren wereldwijd met digitale middelen en gebruiken digitale aanvallen om democratische processen te beïnvloeden.
De ontwikkeling van Internet of Yhings brengt naast kansen ook veel risico’s met zich mee. Veel apparaten bevatten kwetsbaarheden waarvoor geen beveiligingsupdates uitkomen. Op die manier kunnen deze apparaten worden misbruikt voor bijvoorbeeld DDoS-aanvallen. Ook de sterke afhankelijkheid van een beperkt aantal buitenlandse aanbieders van infrastructuurdiensten brengt risico’s met zich mee. Hoewel grote leveranciers zich beter tegen aanvallen kunnen wapenen, zorgt de afhankelijkheid ervan voor grote impact als zij wel geraakt worden. Volgens Dijkhoff laten de bevindingen uit het CSBN zien dat er de komende jaren geïnvesteerd moet blijven worden om de digitale weerbaarheid van Nederland te vergroten.