De overheid, het bedrijfsleven en de maatschappelijke spelers zijn onvoldoende toegerust om onze fundamentele rechten te beschermen. Dat blijkt uit het rapport ‘Opwaarderen – Borgen van publieke waarden in de digitale samenleving‘ van het Rathenau Instituut. Volgens de onderzoekers hebben we onze app’s, onze software en onze technologie wel regelmatig opgewaardeerd, maar zijn we vergeten om de maatschappij te updaten.
Het wordt volgens het Rathenau Instituut tijd om de invloed te onderkennen van digitalisering op de samenleving. Data en software beïnvloeden beslissingen en gedrag. Nepnieuws speelt een rol bij verkiezingen. Platformen zoals Airbnb, Facebook en Uber verzamelen informatie over ons en beïnvloeden onze keuzes. Slimme speelgoedpoppen en smart-tv’s luisteren met ons mee. Robots in de zorg roepen de vraag op of we recht hebben op menselijk contact. De virtuele en fysieke wereld raken volledig met elkaar verweven.
De verregaande digitalisering vraagt volgens het Rathenau Instituut om discussie over verantwoordelijkheden van overheid, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Nu is het maatschappelijk debat nog vooral gericht op privacy en veiligheid. Er is veel minder aandacht voor andere publieke waarden die door digitalisering evengoed onder druk staan zoals gelijke behandeling, menselijke waardigheid en ongelijke machtsverhoudingen.
Het Rathenau Instituut stelt vijf acties voor waarmee politici, beleidsmakers, bedrijven en maatschappelijke organisaties de digitale samenleving verantwoord kunnen opwaarderen. Ten eerste zou de rol en de positie van toezichthouders moeten worden versterkt. Ten tweede moet er een digitaliseringsakkoord komen waarin bedrijven, overheid en maatschappelijke organisaties hun commitment en verantwoordelijkheden vastleggen voor het beschermen van publieke waarden. Ten derde moet er een nationale dialoog georganiseerd worden over digitalisering en publieke waarden. Ten vierde moet er een overkoepelende kabinetsvisie worden opgesteld over de betekenis van digitalisering en het borgen van grondrechten en mensenrechten. Ten vijfde moet er een periodieke discussie zijn in de Eerste en Tweede Kamer over de governance van digitaliseringsvraagstukken.