nieuws

Massaal Digitaal: waar staan we nu?

Massaal Digitaal. Oftewel: bedrijven en burgers kunnen uiterlijk in 2017 zaken die ze met de overheid doen – zoals het aanvragen van een vergunning – digitaal afhandelen. Zo stond het in het regeerakkoord van het kabinet-Rutte II. Waar staan we nu?

Om te beginnen een paar mooie uitkomsten uit het eindrapport Digitaal 2017 van voormalig minister Plasterk. De gemiddelde digitale volwassenheid van de hele overheid is 75 procent in 2017. Een stijging van 4 procentpunt ten opzichte van het jaar daarvoor. Digitale volwassenheid staat voor de mate waarin een product gedigitaliseerd is: gaat het om een afdrukbaar online formulier (33 procent volwassen) of om een vooringevuld digitaal formulier (100 procent volwassen). De gemiddelde digitale beschikbaarheid van de gehele overheid is 90 procent in 2017 tegenover 88 procent in 2016.
Beschikbaarheid betekent dat de meest gebruikte overheidsproducten in digitale vorm worden aangeboden. Grote uitvoeringsorganisaties als de Belastingdienst, UWV, SVB, RVO en DUO komen zelfs tot 99 procent digitale beschikbaarheid met hoog volume producten als de belastingaangifte voor particulieren. Niet verrassend dus dat Nederland op plaats 4 staat in de Europese Digital Economy en Society Index (DESI), de internationale ranglijst voor digitale overheidsdienstverlening (maart 2017).

[blendlebutton]Dertig zinnen
Organisaties hebben veel ontwikkeld voor de digitale overheidsdienstverlening, en ze zullen dat blijven doen. Het programma Digitaal 2017 van het ministerie van BZK en EZ was een tussenstation, zo blijkt nu. Er komen nu twee belangrijke markeringspunten bij elkaar: de afronding van het programma en een nieuw regeerakkoord. Wat dat betreft valt het niet tegen. In het vorige regeerakkoord waren er twee zinnen aan dit onderwerp gewijd, in het akkoord van Rutte III wel dertig! Maar we constateren ook dat er geen extra geld voor digitalisering is uitgetrokken.
Daarnaast is er een advies van de studiegroep Informatiesamenleving en Overheid, opgetekend in het rapport Maak Waar!, dat aanbeveelt om het thema overheidsbreed op te pakken. Volgens de studiegroep zou digitalisering namelijk Chefsache moeten zijn. Bijvoorbeeld door het benoemen van een minister voor ict, zodat je een integrale aanpak zou krijgen. Nu moet in feite elke minister een ict-kenner zijn die kan plaatsen hoe en wat digitalisering voor zijn of haar departement betekent. In het regeerakkoord zie je de aanbevelingen van de studiegroep niet direct terugkomen. Betekent dat dat we de komende tijd een beetje doorstappen in plaats van doorpakken?

Prioriteit
Vooralsnog is er reden tot optimisme. De nieuwe staatssecretaris van BZK Raymond Knops maakte in het Kamerdebat van 16 november jongsteden duidelijk dat hij zich goed heeft verdiept in de digitaliseringsportefeuille. ‘De technologie is veranderd en we zitten nu midden in een informatietijdperk waarvan twaalf jaar geleden (ten tijde van zijn debuut in de Kamer, red.) niemand had kunnen voorspellen dat we daar nu zouden zijn.’ En dus heeft de overheid de taak om zich daaraan aan te passen. Tegelijkertijd stelt Knops vast dat de overheid en ict in het verleden niet altijd een gelukkige combinatie zijn geweest. Een uitdaging wat hem betreft. ‘Het is niet eens een keuze óf we verdergaan; we zullen mee moeten.’
Hij schaart zich daarmee naast Tweede Kamerlid Kees Verhoeven (D66), die in het Financieele Dagblad constateerde dat voor het eerst in de geschiedenis digitalisering tot prioriteit is gemaakt door het kabinet. Waarbij het wat Knops betreft misschien wel het allerbelangrijkste is dat de technologie die de overheid gebruikt in de dienstverlening aan burgers en bedrijven betrouwbaar, veilig en snel is. En vooral toegankelijk. Daar voegde hij meteen een belofte aan toe: ‘Uiteindelijk is de overheid, als je die even ontdoet van alle idealistische en ideologische theorieën, ook een instituut, een samenhang van onderdelen die ze moeten leveren. Ze moet een aantal diensten leveren aan de burgers. Dat komt goed uit, want ik ben een heel praktisch ingesteld mens. Op deze wijze wil ik dit dossier aanvliegen.’

Urgentie blijft
Terug naar de afronding van Digitaal 2017. De Nederlandse overheid biedt op dit moment 486 uiteenlopende, veelgebruikte diensten digitaal aan: van het digitaal aangifte doen tot het aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag. 13,6 miljoen Nederlandse maken gebruik van DidiD, waarover de staatssecretaris overigens tegenover de Kamer aangaf dat het beter moet met de beveiliging. ‘We werken op dit moment aan verbeterde inlogmiddelen. Volgend jaar moeten er zo’n 1,3 miljoen rijbewijzen zijn uitgegeven waarop een vernieuwde DigiD-chip zit. Hiermee kunnen burgers de komende jaren op het hoogste niveau van betrouwbaarheid inloggen. Een dergelijke chip wordt ook ontwikkeld voor onze nationale ID-kaart. Deze nieuwe eNIK zal eind 2018 klaar zijn voor uitgifte aan burgers vanaf 2019.’ Nog voor de zomer van 2018 zal de staatssecretaris hiervoor bij de Kamer een aparte wijziging van de Paspoortwet indienen.
De algemene conclusie van Digitaal 2017 luidt dat de digitale dienstverlening van overheidsorganisaties in 2017 een goed peil heeft bereikt. Waarmee de doelstelling van het kabinet Rutte II voor een goed deel is gerealiseerd. Maar de urgentie om sterk in te zetten op digitalisering is daarmee zeker niet afgenomen.[/blendlebutton]

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *