nieuws

Nederlands publiek geeft politiek een 5,5

Het Nederlandse publiek heeft maar matig vertrouwen in de politiek. De politiek krijgt een 5,5, alleen grote bedrijven scoren lager met een 5,4. Van alle onderzochte instituties scoort de wetenschap het hoogst voor vertrouwen: een 7,1. De rechtspraak komt op de tweede plaats met een 6,5. Vakbonden scoren een 5,8. Kranten krijgen een 5,8, televisie een 5,7. Dat blijkt uit driejaarlijks onderzoek van het Rathenau Instituut.

Ook wetenschappelijke informatiebronnen over klimaatverandering en vaccinatie krijgen veel vertrouwen: hier staat wetenschap, net als in 2012 en 2015, (bijna) bovenaan. Het grote vertrouwen gaat samen met steeds hogere verwachtingen. Zo zien we dat, in vergelijking met 2015, een hoger percentage mensen verwacht dat wetenschap zal bijdragen aan het oplossen van diverse problemen. Tot slot zijn de associaties die mensen hebben bij de wetenschap evenals voorgaande jaren, bijna allemaal positief. Alle drie metingen (2012, 2015 en 2018) geven een vergelijkbaar positief beeld over de wetenschap.

Wat gebeurt met het vertrouwen op het moment dat wetenschappers samenwerken met overheid of bedrijven? Overheid en bedrijven krijgen, als instituties, minder vertrouwen. Wat blijkt? De twijfel over integriteit van wetenschappers stijgt zodra wetenschappers onderzoek doen voor overheid en bedrijven; een deel van de Nederlanders denkt dat wetenschappers de resultaten aanpassen aan de wensen van de overheid (34 procent) of aan wat het bedrijf (41 procent) wil. Verder is het beeld dat Nederlanders hebben van overheid en bedrijven bij opdrachtonderzoek niet positief:

  • 57 procent denkt dat de overheid niet goed weet hoe zij de resultaten van het onderzoek moet gebruiken bij beleid,
  • een overgroot deel denkt dat bedrijven en de overheid de wetenschappelijke resultaten alleen zullen gebruiken als deze passen bij hun eigen ideeën;
  • en rond de 60 procent denkt dat overheid en bedrijven ongewenste resultaten zullen proberen tegen te houden.

Daar staat tegenover dat Nederlanders vinden dat wetenschappers zich bij de keuze van hun onderwerp best mogen laten leiden door onderwerpen die van belang zijn voor bedrijven en de overheid. Verder vindt men dat de overheid bij beslissingen vaker, afhankelijk van het onderwerp, rekening moet houden met de uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek.

Volgens het Rathenau Instituut zijn deze resultaten zowel relevant voor wetenschappers als voor overheid en bedrijven. Wetenschappers zouden zich bij samenwerkingen met overheid en bedrijven moeten realiseren dat een groot deel van de Nederlanders, (34-41 procent), denkt dat het onderzoek aangepast wordt om de resultaten te krijgen die de opdrachtgever wil. De overheid moet zich realiseren dat een groot deel van de Nederlanders denkt dat onderzoek waar de overheid voor betaalt, aangepast wordt voor de overheid. Dit geldt nog in sterkere mate voor onderzoek dat betaald wordt door bedrijven.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

  1. Waaruit maar blijkt dat het Nederlands publiek niet gek is! Het begint er al mee dat de overheid merendeels onderzoek vraagt waar de overheid zelf behoefte aan heeft (dwz reflecteert op overheidsbeleid) en universiteiten zeer bereid zijn om dat onderzoek te leveren. Als voor een herhaalopdracht het gewenst is de resultaten ‘anders te formuleren’ zijn onderzoekers daar meestal wel toe bereid. Niks zo leuk als onderzoek doen waarvan je weet dat er in het beleid wat mee wordt gedaan. Zo werken wetenschap en overheid al sinds jaar en dag samen. Dat is niet per se slecht, maar natuurlijk slechts een kleine representatie van de werkelijkheid.