Kunnen Nederlandse inwoners en bedrijven eind 2017 gebruik maken van nieuwe inlogmethoden bij de overheid? De ontwikkeling van de eID, een elektronische identiteitskaart met een chipkaart dat volgens het principe van internetbankieren moet gaan werken en straks de DigiD moet gaan vervangen, staat flink onder druk. Bureau ICT Toetsing (BIT) waarschuwde minister Plasterk al eerder dat het programma vast kan lopen omdat het te complex is.
BZK heeft ondertussen al de nodige stappen ondernomen om ervoor te zorgen dat het programma eenvoudiger wordt. In eerste instantie was het programma gericht op zowel inloggen bij de overheid als bij bedrijven. Inmiddels is dit beperkt tot alleen inloggen bij de overheid, bijvoorbeeld met een eNIk, oftewel een digitale identiteitskaart, of een eRijbewijs. Volgens het BIT heeft deze beslissing al veel complexiteit weggenomen, maar is dit nog niet genoeg.
De minister reageerde 17 juni jl. in een brief aan de Tweede Kamer inhoudelijk op het rapport van het BIT. Hij onderschrijft de conclusies van het toetsingsbureau wat betreft de krappe planning van het programma. Het is namelijk de bedoeling dat er in 2017 al gebruikgemaakt kan worden van de nieuwe inlogmiddelen. Deze doelstelling komt volgens het BIT in gevaar, ook omdat de beschikbare 23 miljoen euro niet voldoende zouden zijn.
De minister noemt het tijdpad ’tijdkritisch’ en verwijst in zijn brief naar de evaluatie van pilots met deze de verschillende inlogmiddelen, die sinds de afgelopen jaarwisseling zijn gaan lopen. De resultaten hiervan worden binnenkort bekendgemaakt. Dit gebeurt tegelijkertijd met het besluit van het kabinet over wanneer er concrete veranderingen voor inloggen bij de overheid komen. Op dit moment werkt zijn organisatie aan het inrichten van het benodigde regime van uniforme eisen voor toelating van en toezicht op publieke en private inlogmiddelen.
Of hiermee de complexiteitsrisico’s zijn getackeld laat de minister in het midden. Hij neemt de waarschuwingen van BIT ter harte, maar stelt daarbij: ‘het slagvaardig beheersen van risico’s is een hoeksteen van de aanpak voor de beleidsrealisatie. Dat neemt niet weg dat het volledig uitbannen van risico’s bij innovaties als deze per definitie niet kan.’
Download hier de brief van minister Plasterk aan de Tweede Kamer van 17 juni jl.