nieuws

Spelen met de Omgevingswet

Samen tot een oplossing komen waar iedereen zich prettig bij voelt. Dat is het doel van de game die het Hilversumse Sneaky Mammoth (zie foto) over de Omgevingswet heeft ontwikkeld. Het bij elkaar brengen van verschillende belangen is de grootste uitdaging onder deze nieuwe wet. Met deze game krijgen de spelers inzicht in hoe ze dat kunnen doen.

Sneaky Mammoth deed vorig jaar mee aan de Omgevingswet & Healthy Urban Living Game Jam, een initiatief van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Programma Aan de slag met de Omgevingswet en Dutch Game Garden. Als winnaar mocht de gameontwikkelaar zijn prototype doorontwikkelen tot een volwaardige serious game. ‘Waarom juist wij de Game Jam hebben gewonnen? Omdat we de interactie tussen spelers en het bereiken van consensus centraal hebben gesteld,’ vertellen Hans Dunnik en Sven Boers, die samen Sneaky Mammoth zijn. ‘Je kunt heel veel met de Omgevingswet maar dat gaat pas als je met elkaar rond de tafel gaat zitten.’[blendlebutton]In de game werken de spelers samen aan hun gezamenlijke virtuele omgeving. Dunnik: ‘Bijvoorbeeld aan de inrichting van een open pleintje. Buurman 1 woont aan het plein en wil vooral gras en een mooi parkje. Buurman 2 woont twee straten verder op en heeft kinderen, dus die wil graag een speelplek. En de overheid heeft een specifieke visie op de wijk en geeft van daaruit invulling aan het plein. Al deze partijen hebben andere belangen, normen en waarden, maar moeten samen tot een oplossing komen, een middenweg die ook werkt. Pas als dat is gelukt, stopt de game.’

Instapniveau
In het spel doen alle partijen mee die bij ruimtelijke ordening een rol spelen. Boers: ‘Zoals burgers en ondernemers, maar ook ondernemers- en buurtverenigingen etcetera. In principe is iedereen in de game elkaars gelijke. De projectontwikkelaar die een winkelcentrum wil bouwen staat op gelijke voet met de inwoners. Zo stimuleren we dat partijen met elkaar in gesprek gaan. Dat is belangrijk want alleen zo kom je tot de kern van wat in eerste instantie een onoverkomelijk meningsverschil lijkt en breng je een oplossing dichterbij.’
Het instapniveau is laag. ‘Dat hebben we expres gedaan,’ vertelt Dunnik, ‘want we willen dat het door iedereen te spelen is.’ Dat wil niet zeggen dat de game eenvoudig is. ‘De complexiteit zit hem in het aantal personages en wat ze willen. Daarbij is van belang dat je niet alleen ziet wat je zelf wilt maar ook wat de ander wil en wat mogelijk is. Hoe beter je dat doet, hoe hoger je eindscore is.’
In september was de opleveringsfase. ‘We gaande game door kleine groepen laten spelen om te zien welke leerdoelen perfect zijn en welke kunnen we tweaken. De game is primair ontwikkeld voor het Aardrijkskundeonderwijs op de middelbare school, maar is zo ontworpen dat hij ook gebruikt kan worden bij het ontwikkelen van ‘echte’ plannen.’
Dunnik en Boers zijn ‘heel blij’ dat Den Haag de mogelijkheden van serious games begint in te zien. ‘Het is veel meer dan iets wat kinderen voor de lol vanachter hun computer doen.’ Dat samenwerken met de overheid iets anders is dan met commerciële partijen, zijn de twee gameontwikkelaars zich terdege van bewust. ‘Grote bedrijven laten een trainingsmodule ontwikkelen en nemen een risico van een halve ton. Met publiek geld gaat dat niet.’[/blendlebutton]

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *