nieuws Bestuurskracht

Aparte minister met meer regie

In maart presenteerde minister De Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening de Nationale Woon- en Bouwagenda. Het thema volkshuisvesting was lange tijd op de achtergrond geraakt, maar de volkshuisvesting is terug, met meer overheidsregie en minder markt om meer betaalbare woningen te realiseren. Een helder streven, maar daarmee is de woningnood niet van vandaag op morgen opgelost. De minister tempert dan ook in de brief aan de Kamer bij de Woon- en Bouwagenda al te hoge verwachtingen: ‘De waarheid blijft dat er geen snelle oplossing is. We zullen creatief en proactief moeten zijn en onze aanpak moeten vernieuwen. Dat geldt voor alle betrokken partijen.’

Het programma Woningbouw – het eerste van uiteindelijk zes programma’s in de Woon- en Bouwagenda – is ambitieus: de bouw van 900.000 woningen tot en met 2030, waarbij ten minste twee derde van de nieuwe woningen betaalbaar moet zijn voor mensen met een lager en midden­inkomen. Dat komt neer op (vanaf 2024) de bouw van 100.000 woningen per jaar, een aantal dat voor het laatst is gehaald in 1990, meer dan 30 jaar geleden dus. In 2021 waren het er iets minder dan 69.000 (gegevens CBS).

Vlotte besluitvorming
Misschien nog wel opvallender dan de grote ambities is de terugkeer van het rijk op dit terrein. Chris Kuijpers, directeur-generaal Volkshuisvesting en Bouwen, legt uit waarom dat het geval is: ‘De woningprijzen zijn gestegen, nieuwe toetreders hebben moeite om woonruimte te vinden, het is moeilijk om aandachtsgroepen te huisvesten. Als gevolg daarvan dreigt rond wonen een tweedeling in de maatschappij te ontstaan en daar moeten we wat aan doen. Om dat te doen is een steviger positie van het rijk onvermijdelijk. De rijksoverheid kan instrumenten bieden die helpen om meer betaalbare woningen te bouwen en kan harde afspraken maken met alle partijen om meer tempo te maken.’

*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD34: Wonen in actie. Lees hier verder

Beeld: BZK

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *