De formatie van nieuwe bestuurscolleges in gemeenten duurt dit jaar weer langer dan vier jaar geleden. De NOS meldt dat het overgrote deel van de 333 gemeenten nog onderhandelt over de coalitie.
Inmiddels is in circa 130 gemeenten bekend welke partijen deelnemen in de nieuw te vormen colleges en welke wethouders de gemeenten gaan besturen. In 2018 waren dat er op hetzelfde moment 233, in 2014 waren tegen die tijd alle gemeenten, op twaalf na, al klaar met formeren.
Eerder bleek uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen dat de coalitievorming in 2018 gemiddeld 64 dagen duurde en in 2014 gemiddeld 49 dagen. De formatie duurt langer als er meer partijen nodig zijn voor een meerderheid, als meer nieuwe raadsleden aantreden en als het gaat om grotere gemeenten. Volgens de NOS blijken de 130 gemeenten waar dit jaar al coalitieakkoorden zijn gesloten vooral kleine en middelgrote gemeenten te zijn.
Het aantal vrouwelijke wethouders is wel gegroeid in vergelijking met vier jaar geleden. In 2018 was één op de vijf wethouders vrouw, voorlopig lijk dat één op de vier te worden. De gemeenten Bunnik en Culemborg hebben tot nu toe als enige alleen vrouwelijke wethouders.
Het percentage lokale partijen dat wethoudersposten inneemt is ook gegroeid. Zo is 39 procent van de wethoudersposten voor lokale partijen, tegenover 36 procent vier jaar geleden.
De provincie Zeeland lijkt het naar verhouding het beste te doen op het gebied van collegevorming. Daar is in elf van de dertien gemeenten duidelijk welke partijen en wethouders het bestuur gaan vormen. De provincie Groningen is relatief het traagst, met twee gemeenten die de formatie rond hebben.