nieuws Bestuurskracht

Een onsje kunst, alstublieft

In het nieuwe regeerakkoord is cultuurbeleid onder het kopje Cultuur en creatieve industrie ondergebracht, en dat spreekt boekdelen. Verpakt in die paar woordjes zit een hele visie op wat cultuur is: het is een productiesector die cultuurproducten voortbrengt. Maar kunst en cultuur zijn meer dan shampoo of suiker en het ondersteunen van makers is breder dan het stimuleren van cultureel ondernemerschap. Maar zelfs de sector zelf lijkt dat niet altijd te beseffen.

Wat ik zeg, klinkt misschien wat cynisch. Zeker als je bedenkt dat het regeer­akkoord ook erkenning lijkt te geven aan het ‘wezenlijke belang van cultuur voor onze samenleving’, en de nijpende situatie waarin de cultuur­sector zich na vele lockdowns bevindt: ‘Corona toonde het innovatievermogen van de cultuursector, maar ook haar kwets­baarheid,’ ronkte het regeer­akkoord. En voegde daaraan toe dat een structurele investering van 170 miljoen euro per jaar soelaas moet bieden en zorgen voor een heropleving. Toch denk ik dat corona niet zozeer de kwetsbaarheid van de culturele sector heeft getoond, maar vooral heeft laten zien dat die kwets­baarheid een gevolg is van politieke keuzes. En dat het met innovatie in de sector niet zo goed is gesteld als het nieuwe kabinet zou willen. Corona laat een sector zien die zo bezig is zichzelf draaiende te houden dat deze met weinig innovatiefs komt. Een voorstelling streamen is volgens mij al vele jaren niet innovatief te noemen, en dat die vele lockdowns culturele vernieuwing op gang hebben gebracht: nou, nee. Dat maakt bewering van het nieuwe kabinet des te pijnlijker: niet alleen omdat er grenzen zijn aan wat je met innovatieve oplossingen kunt repareren, maar vooral omdat ze zo manifest onwaar zijn.

*Dit is het eerste deel van een artikel uit PD32: Werkgeverschap. Lees hier verder

Beeld: ANP Foto

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *