De rechtsbescherming voor burgers die te maken krijgen met discriminatie door de overheid moet verstevigd worden. Die oproep doen de Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme (NCDR), het College voor de Rechten van de Mens en de Staatscommissie tegen Discriminatie en Racisme. ‘De overheid moet iedereen gelijkwaardig en rechtvaardig behandelen, maar zo hebben we het momenteel niet ingericht.’
Heb je een probleem, dan is de eerste stap om te erkennen dat dat probleem bestaat. Bij zijn aantreden als Nationaal Coördinator tegen Discriminatie en Racisme in oktober 2021 zei Rabin Baldewsingh dat we lange tijd hebben gedacht dat er geen discriminatie voorkomt in Nederland. ‘Het is geregeld in artikel 1 van de Grondwet, dus zou discriminatie hier niet bestaan. Wanneer het voorkwam, werd het gebagatelliseerd; kijk alleen al hoelang het geduurd heeft voordat we erkend hebben dat Zwarte Piet racistisch is. Maar wanneer je de cijfers en onderzoeken erop naslaat, dan zie je dat discriminatie en racisme in Nederland op grote schaal voorkomen.’ Dus in discussie gaan of het bestaat, heeft volgens Baldewsingh geen zin meer. ‘Waar het om moet gaan is: wat gaan wij doen om te zorgen dat Nederland een inclusiever land wordt?’
Betere rechtsbescherming
De NCDR heeft een nationaal programma tegen racisme en discriminatie opgezet en vertolkt daarbij drie rollen, legt Baldewsingh uit. Het wil een verbinder zijn tussen beleid, de samenlevingen en de departementen. Het opereert als waakhond, om erop toe te zien dat de afspraken die gemaakt worden, ook gerealiseerd worden, en het jaagt discussie aan, door gevraagd en ongevraagd advies te geven, en debatten aan te gaan.
*Dit is het eerste deel van een artikel uit Publiek Denken 43: i-Samenleving. Lees hier verder
Beeld: Aad Goudappel