Veel Nederlanders zijn somber over de kant die het opgaat met ons land. Uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat dit maatschappelijk onbehagen samenhangt met de maatschappelijke positie van mensen en hun opvattingen over de samenleving en politiek.
In het nieuwe onderzoek Somber over de samenleving? Een studie naar verschillen in maatschappelijk onbehagen in Nederland geeft het SCP drie handvatten waarmee beleidsmakers om kunnen gaan met maatschappelijk onbehagen.
- Verschillende politieke opvattingen hangen anders samen met maatschappelijk onbehagen
Uit het onderzoek blijkt dat verschillende groepen om uiteenlopende redenen somber zijn over de samenleving. Daarnaast blijkt dat mensen die sterker het gevoel hebben dat politici onvoldoende naar hen luisteren meer maatschappelijk onbehagen hebben. Om dit onbehagen tegen te gaan, is het belangrijk dat burgers zich beter gehoord voelen en dat zij de keuzes die het kabinet maakt begrijpen. Het meer betrekken van burgers bij het nemen van besluiten kan zorgen voor meer begrip voor de gemaakte keuzes. Transparantie en inclusie zijn daarbij van groot belang. Om dit te bereiken, kan de overheid burgerberaden en referenda inzetten. Daarbij is het belangrijk dat verwachtingen vooraf helder zijn en dat de representativiteit is gewaarborgd.
- Mensen met lagere maatschappelijke positie zijn somberder
Naast economische factoren dragen ook aspecten als een sociaal netwerk, iemands gezondheid en digitale vaardigheden bij aan een meer of mindere mate van maatschappelijk onbehagen. Hoe mensen hun eigen maatschappelijke positie inschatten en of ze zich onderdeel voelen van de Nederlandse samenleving, is ook gerelateerd aan maatschappelijk onbehagen.
Vanuit beleid is een brede blik op welvaart nodig: niet alleen op werk en inkomen, maar ook op de andere zaken die iemands maatschappelijke positie bepalen. Beleidsmakers richten zich tot nu toe minder vaak op die aspecten van welvaart en welzijn. Het SCP adviseert een grotere rol van de overheid op dit gebied.
- Gevoel dat er geen oog is voor de regio
Maatschappelijk onbehagen is relatief laag in steden, zowel binnen als buiten de Randstad, en relatief hoog in plattelandsgemeenten buiten de Randstad. De opvatting dat politiek Den Haag onvoldoende oog heeft voor de regio waar mensen wonen, is een belangrijk component van het onbehagen in plattelandsgemeenten buiten de Randstad. Maar de verschillen tussen bewoners binnen gebieden zijn nog altijd groter zijn dan de verschillen tussen gebieden. In grote steden wonen – net als op het platteland – ook mensen met een grote mate van maatschappelijk onbehagen.
Het is belangrijk om het gevoel van mensen te erkennen dat de landelijke politiek geen oog heeft voor de regio waarin ze wonen. Daarnaast zou het goed zijn om te komen tot een betere regionale vertegenwoordiging in de Tweede Kamer en om de ervaren afstand tot de politiek te verkleinen. Het is ook van belang om aandacht te hebben voor regiospecifieke uitdagingen.