Het kabinet wil goed wonen, werken en leven in de Nederlandse grensregio’s stimuleren. Om die reden is het gestart met het programma Regio’s aan de Grens. Dat programma zet in op vier sporen:
- Gebiedsgerichte inzet regio’s aan de grens.
In dit gebiedsgerichte spoor is extra aandacht voor de grensregio’s waar de brede welvaart en leefbaarheid het sterkst onder druk staan en waar de meeste ontwikkelkansen liggen voor grensoverschrijdende samenwerking. - Passend rijksbeleid en versterken integrale rijksinzet.
Bij de voorbereiding van rijksbeleid kijkt het rijk naar de werking ervan in de praktijk en in specifieke regio’s. Daarbij is specifieke aandacht voor hindernissen die kunnen ontstaan door verschillend beleid in de buurlanden; de zogenaamde grenseffecten. - Doorontwikkelen en samenwerking.
Afgelopen kabinetsperiode zijn afspraken gemaakt met Nedersaksen, Noordrijn-Westfalen, Vlaanderen en Wallonië. Nu wordt de koers uitgezet voor de volgende fase van de samenwerking met zowel Duitsland als België. Hierbij gaat het over thema’s zoals veiligheid, arbeidsmarkt en grensoverschrijdende mobiliteit. - Actieve ondersteuning met kennis en innovatie.
Steeds meer kennis en informatie komt ook op regionale schaal beschikbaar door de regionale planbureaus (zoals het Fries Sociaal Planbureau) en door de regionale monitor brede welvaart van het CBS. Dit helpt in het kiezen van de juiste aanpak en bij het monitoren van resultaten.
Verder stelt het kabinet de komende jaren 900 miljoen euro beschikbaar voor de zogenoemde Regio Deals. Dit zijn samenwerkingen tussen rijk en regio, bedoeld om regionale opgaven gezamenlijk op te pakken.