nieuws Bestuurskracht

Voorjaarsnota leidt tot zorgen bij gemeenten

De gemeentelijke uitvoering van wettelijke taken en de haalbaarheid van de grote maatschappelijke opgaven komt verder onder druk te staan als het kabinet de financiën van gemeenten niet op orde brengt. Dat zegt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in een reactie op de Voorjaarsnota, die vorige week gepresenteerd is. 

In de Voorjaarsnota staat dat gemeenten er vanaf 2027 structureel geld bij krijgen en dat het kabinet voornemens is om het accres goed te regelen. De opschalingskorting blijft echter in stand en doordat er pas in 2027 geld bijkomt, bedraagt de terugval van middelen in 2026 € 2 miljard ten opzichte van 2025, schrijft de VNG.

De gemeenten zijn verder positief over de nieuwe financieringssystematiek, maar die moet nog wel verder worden uitgewerkt en goed geregeld worden. Over de opschalingskorting (zo’n 700 miljoen euro) steggelen gemeenten en het kabinet al langer. De VNG is teleurgesteld dat deze korting nog steeds niet geschrapt is.

VNG-voorzitter Jan van Zanen stelt dat de gevolgen voor inwoners ‘desastreus’ kunnen zijn als alle opgaven en wettelijke verantwoordelijkheden in stand blijven en er tegelijkertijd sprake is van een forse vermindering van middelen.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *

  1. Het feit dat er pas vanaf 2027 structureel extra geld naar de gemeenten gaat, is naar mijn mening een ernstige misstap van het kabinet en ik wil graag enkele punten benadrukken om deze visie te onderbouwen.

    Ten eerste, het is verontrustend dat de financiering van deze cruciale wettelijke taken en maatschappelijke opgaven tot 2027 wordt uitgesteld. Hoewel de nieuwe financieringssystematiek potentieel voordelen kan hebben, is de vertraging in implementatie verre van ideaal. Door dit uitstel moeten gemeenten vier jaar lang omgaan met krappe budgetten, wat ongetwijfeld hun vermogen om adequate diensten te leveren, zal belemmeren.

    Ten tweede, het besluit om de opschalingskorting in stand te houden – ondanks het duidelijke ongenoegen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) – is zorgwekkend. Deze korting legt nog meer druk op de toch al gespannen gemeentelijke budgetten. Het feit dat deze korting niet geschrapt is, roept vragen op over de bereidheid van het kabinet om in goede samenwerking met de gemeenten te handelen.

    VNG-voorzitter Jan van Zanen heeft het treffend verwoord: de gevolgen voor inwoners kunnen ‘desastreus’ zijn. Het is ons aller plicht om ervoor te zorgen dat onze gemeenten de noodzakelijke middelen hebben om aan hun verplichtingen te voldoen. Hoewel het van belang is om de financiën van onze natie zorgvuldig te beheren, mag dit niet ten koste gaan van de dienstverlening aan de inwoners. Het lijkt erop dat het kabinet hier met de Voorjaarsnota een flinke foute inschatting heeft gemaakt.