De Europese Unie (EU) werd in 1992 opgericht. Hoe ervaren Nederlandse burgers de relatie met die Unie. Als een verstandshuwelijk, blijkt uit het onderzoek Mijn Europa? dat Ipsos I&O uitvoerde. Burgers en lokale bestuurders zien dat grensoverschrijdende problemen als immigratie, klimaatverandering en internationale conflicten Europees aangepakt moeten worden. Maar men is niet erg tevreden over de manier waarop de Europese democratie werkt. Burgers hebben het idee dat niet hun belangen, maar vooral de belangen van grote bedrijven en (Europese) politici worden behartigd.
Van de meeste grote vraagstukken van deze tijd vinden burgers en lokale bestuurders dat de landelijke overheid ze moet aanpakken. De EU is er duidelijk voor grote, grensoverschrijdende vraagstukken, waaronder klimaat (72 procent van de burgers vindt dat EU dit als beste kan aanpakken, 76 procent van de bestuurders), internationale onveiligheid (70 procent en 71 procent) en immigratie (63 procent en 67 procent). Bovendien vinden burgers de EU nu vaker de aangewezen bestuurslaag om deze grensoverschrijdende thema’s aan te pakken dan 5 jaar geleden.
De impact die de Europese Unie nu al heeft op het lokaal bestuur in Nederland is volgens de lokale bestuurders groot. De helft van de bestuurders (53 procent) ervaart grote gevolgen van EU-beleid voor de eigen gemeente, slechts één op acht (12 procent) ervaart geen grote gevolgen (28 procent neutraal, 6 procent weet niet). Hierbij gaat het bijvoorbeeld om beleid rondom immigratie, natuur en landbouw, maar ook bij aanbestedingen en subsidies.