nieuws i-Samenleving

Gebruiks­vriendelijkheid is een continu proces

Het is een cijfer dat er niet om liegt: de Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor meer dan achtduizend websites en apps. Dat is alles van groot tot klein, van de site van de Belastingdienst tot de afvalkalender van de gemeente Berg en Dal. Veel van die sites – de meeste zelfs – voldoen nog niet aan de wettelijke eisen voor digitale toegankelijkheid. Digitale toegankelijkheid is dan ook, plechtig gezegd, een voorwerp van aanhoudende zorg. ‘Er wordt hard aan gewerkt en we benaderen digitale toegankelijkheid vanuit een breder perspectief om websites en apps echt beter te maken voor iedereen,’ vertelt Olaf Schoelink, senior beleidsmedewerker Digitale Toegankelijkheid bij de directie Digitale Samenleving van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Bij digitalisering spelen drie onderwerpen een belangrijke rol voor een goede website of app, legt Schoelink uit: digitale toegankelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en begrijpelijkheid. Ze vormen een uitwerking van de stelregels bij de digitalisering die Mark Vermeer noemt. Voor digitale toegankelijkheid moet een website of app aan een aantal criteria voldoen. Daarvoor bestaan de Web Content Accessibility Guidelines van het W3C en in 2016 is een Europese richtlijn met eisen opgesteld; in Nederland is die uitgewerkt in het Tijdelijk besluit digitale toegankelijkheid overheid, en is nu onderdeel van de Wet digitale overheid uit 2023. Olaf Schoelink: ‘Die eisen betekenen niet dat elke website of app hetzelfde moet zijn, of dat er bijvoorbeeld een screenreader in de website moet worden verwerkt. Het gaat erom dat mensen de site, eventueel met eigen hulpmiddelen, goed en prettig kunnen gebruiken. Ik vergelijk websites die voldoen aan de eisen van digitale toegankelijkheid met een brilmontuur. Iedereen kan zelf de glazen gebruiken die hij of zij nodig heeft, maar daarvoor moet je wel een geschikt montuur hebben.’

Bij gebruiksvriendelijkheid gaat het om de plaatsing van knoppen en andere zaken, bij begrijpelijkheid gaat het om de duidelijkheid van de mededelingen. ‘Een site kan toegankelijk en gebruiksvriendelijk zijn, maar als de teksten moeilijk te begrijpen zijn heb je er als gebruiker niet veel aan. Ook dit is iets wat alleen kan worden gerealiseerd door teksten voor te leggen aan gebruikers.’ Overigens is dit natuurlijk geen specifieke digitaliseringskwestie, ook bij analoog verspreide teksten in bijvoorbeeld brieven en brochures helpt het als die goed leesbaar en begrijpelijk zijn.

Aan de knoppen
Het maken en verbeteren van websites en apps is een zaak van elke overheidsorganisatie afzonderlijk en niet van het ministerie van BZK. Toch zit het ministerie in zekere zin aan de knoppen, want om de digitale toegankelijkheid te bevorderen is het Dashboard Digitoegankelijk gemaakt met een overzicht van zo veel mogelijk overheidswebsites en apps en hun status wat betreft toegankelijkheid. Die status is op het dashboard verdeeld in de fasen A tot en met E. De E wil zeggen dat er nog geen inzicht is in de kwaliteiten van de site (wat op dit moment geldt voor zo’n 3000 sites). D betekent “voldoet niet”, bij C is begonnen met maatregelen, B wil zeggen “voldoet gedeeltelijk”. De A-status (“voldoet volledig”) is het streefdoel voor alle sites.

*Dit is het eerste deel van een artikel uit Publiek Denken 47: Dienstverlening. Lees hier verder

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *