nieuws Publieke werken

Voor woningbouw zijn drang en dwang onmisbaar

Kunnen we sneller bouwen en tegelijkertijd de klimaat­doelstellingen halen? Lastig, maar niet onmogelijk, zegt Marlon Boeve, hoogleraar omgevingsrecht in gebiedsontwikkeling aan de TU Delft. Maar dan dient het rijk wel de regie te nemen. Anders loopt Nederland het risico dat gemeenten op lokaal niveau de teugels laten vieren.

De spagaat waarin Nederland zich bevindt, wordt meteen duidelijk wanneer circulair bouwen ter sprake komt. ‘Circulair bouwen staat hoog op de agenda,’ aldus Boeve. ‘We hebben belangrijke doelstellingen, bijvoorbeeld dat we in 2030 50 procent minder primaire grondstoffen moeten gebruiken. Toch is er onlangs een rapport verschenen van het Planbureau voor de Leefomgeving waaruit blijkt dat we dit bij lange na niet gaan halen.’

De vraag is hoe we dit tij nog kunnen keren. ‘Wanneer gemeenten de gronden in eigendom hebben,’ zegt Boeve, ‘kunnen zij sturen. Hebben zij die positie niet, dan is er het instrument van de zogenoemde milieuprestatie-grenswaarde, de MPG, die aan woningen wordt gesteld. Bij een aanvraag om een bouwvergunning voor woningen – of grote kantoren – moet worden berekend en aangetoond dat aan deze grenswaarde wordt voldaan. Maar we hebben de MPG nog niet zo lang, en deze eis is nu nog vrij gemakkelijk te halen.’

Chw
Ook voor dit probleem bestaat weer een mogelijke oplossing, zegt Boeve, en die schuilt in de Crisis- en herstelwet (Chw). ‘De Chw is in 2010 in werking getreden, toen zaten we ook in een crisis. De woningbouw kwam destijds niet van de grond, dus werd er geëxperimenteerd met versnellingsinstrumenten. In de loop der jaren is de Chw gebruikt om alvast vooruit te lopen op de Omgevingswet. Hierdoor kunnen we al een beetje zien hoe de ideeën van de Omgevingswet in de praktijk zullen uitpakken.’

*Dit is het eerste deel van een artikel uit Publiek Denken 41. Lees hier verder

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *