Klonen

‘Fijn dat je iets toevoegt’; het wordt vaak gezegd tegen nieuwe medewerkers omdat ze jong zijn of ergens anders hebben gewerkt. En het is waar. Want teams worden in de regel veel beter als er meer diversiteit in het team komt. Het is goed voor andere invalshoeken, voor tegenspraak, voor de “meerkleurigheid” van vraag­stukken en voor de noodzakelijke vernieuwing van de overheid. De opgaven waar de overheid voor staat zijn niet ééndimensionaal. Dus dan is het ook belangrijk dat er meerdere invalshoeken worden gebruikt. En daarvoor is diversiteit een belangrijke voorwaarde.

Wat niet wordt gezegd, maar wel wordt gevoeld is dat de vervolgzin is: ‘maar o wee als je anders bent’. Dat hoort bij de onuitgesproken communicatie. En wordt het al niet zo bedoeld door de “zittende” collega’s, dan is dit het gevoel van de nieuwe collega.

Met als gevolg dat er geen nieuwe kijk op de problemen komt en daarmee niet de gewenste vernieuwing. Mijn vaste vraag aan een groep nieuwe medewerkers bij hun aantreden is altijd: ‘En wat gaan jullie brengen voor het vorstelijke salaris dat jullie gaan verdienen?’ Na wat gemompel dat het salaris nu ook weer niet zo vorstelijk is, komt de groep bijna unaniem met de heerlijke uitspraak dat zij vernieuwing of verandering komen brengen.
Zij knetteren bijna van de frisse blik.

Maar dan moet ik ze weer terug op aarde brengen en zeg dan dat zij de komende twee jaren de meest conservatieve medewerkers zullen zijn. Niet dat ik dat wil, zeg ik. Integendeel! Maar het eerste wat zij zullen doen is zich aanpassen aan hun omgeving; in de taal, het gedrag, de stijl, de ideeën, de kleding… Zo worstelen wij bij de overheid met diversiteit. Het belang wordt alom onder­schreven. Maar de praktijk is weerbarstig. Ook omdat het de vraag is om welke diversiteit het gaat. Na een periode waarin het vooral ging om meer vrouw en om meer jong, is het nu vooral meer andere culturele achtergrond.

Maar diversiteit is veel diverser. Het kan gaan om leeftijd, om sekse, om herkomst, maar ook om opleiding, om regio, om stijl, om ervaring… dus laten we wat diverser gaan denken als het om diversiteit gaat. Maar nog belangrijker is dat we de daad bij het woord voegen. Leiderschap zit in het doen en niet in woorden. Geen woorden maar daden, indachtig de club uit Rotjeknor. En dus past het niet om alleen klonen van onszelf aan te stellen.

*Deze column verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 45: Groen Akkoord.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *