Vanaf de kantlijn

Een van de grootste problemen bij bestuur, politiek en wetenschap ligt bij het spanningsveld tussen groot en klein, tussen beleid en behoefte, overheidsmaatregelen en alledaagsheid, veralgemenisering en concrete gevallen. Bestuur, politiek en wetenschap brengen noodzakelijk algemeenheden met zich mee. Leven daarentegen is per definitie concreet, bijzonder, anders, uniek.

De spanning tussen deze twee is een dagelijks probleem en ligt dan ook aan de basis ligt van talloze andere problemen. Om er drie te noemen: kloof tussen politiek en burger; wantrouwen in de overheid; weerzin tegen het – wat heet – “vage gedoe” van wetenschappers. Je hoeft maar een willekeurige krant op te slaan, door Twitter te struinen of een praatprogramma te bekijken en je ziet en voelt de spanning tussen groot en klein. Groot (bestuur, politiek, wetenschap) zwaait de scepter en heeft de wijsheid in pacht, althans denkt dat het zo is; klein (burger, jij, ik en wij) moppert daarover, verzet zich, weigert, wantrouwt.

Hetzelfde speelt op internationaal vlak. Al zeker een jaar of dertig leven we intensief met globalisering. Dat betekent, kort samengevat, dat alle lijnen langer worden. De voordelen ervan zijn groot of zouden groot zijn. In ieder geval kunnen we niet (meer) zonder. Denk alleen maar aan internet, migratie, internationale handel. Ze horen net zo bij onze wereld als de vingers bij de hand.

De wereld een dorp, luidt de klassieke zinsnede voor globalisering. Dat klopt, half. Inderdaad ervaren we de wereld als veel en veel kleiner dan enkele decennia, laat staan langer geleden. Tegelijkertijd zijn en blijven we mensen. In heel de wereld (globaal) kunnen we net zo min leven als in algemeenheden. We leven hier, nu, met of in kleine kring, dorp, straat, wijk, familie… Lokaal dus.

Een theoretische oplossing voor de geografische spanning tussen groot en klein werd gevonden in het lang bestaande maar veel te weinig gebruikte woord “glocalisering”. Betekenis: we moeten in twee richtingen denken en werken, groot en klein tegelijkertijd. Simpeler gezegd: terwijl we niet anders kunnen dan de globalisering aanvaarden, moeten we ons ook sterk maken voor de eigen omgeving. Small is niet alleen beautiful, het is ook noodzakelijk. We zijn mensen, geen machines. We zijn allemaal anders.

In concreto betekent dit dat iedereen die zich bezighoudt met algemeenheden, beleid, politiek, planning, regulering en duizend andere zaken die groot en groots zijn, zich moet realiseren dat die grootheden nooit meer dan een partituur kunnen zijn. Elke uitvoering is anders en kan/mag/moet dat ook zijn. Beleid, regels, maatregelen geven slechts richting. In die richting lopen vervolgens duizend paden.

Politici, beleidsmakers en wetenschappers denken zelden zo. Zij menen dat hun verordeningen en inzichten voor iedereen (moeten) opgaan. Dat is niet alleen onzin, het werkt ook niet. Regels zijn er niet om je aan te houden, algemeenheden zijn nooit waar. Beide zijn abstract, leven is concreet. Wat op papier wordt gezaaid, komt pas vanaf de kantlijn tot bloei.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *