alle artikelen van A&O fonds Gemeenten

Bevlogen medewerker telt voor twee

A&O fonds Gemeenten helpt gemeenten om met meer bevlogenheid hun werk uit te voeren. Belangrijk, want hoe bevlogener de organisatie, hoe gelukkiger de eigen mensen en hoe beter de dienstverlening.

Goed voorbeeld doet goed volgen. Fieke Horsten en Debra Verduin, respectievelijk projectleider en communicatieadviseur Gezond Werken bij A&O fonds Gemeenten, zitten lekker in hun vel en genieten van hun werk. Ze worden inhoudelijk uitgedaagd en werken prettig met elkaar en de rest van het projectteam samen. Kortom, ze zijn bevlogen medewerkers.

Inhoudelijke verdieping
A&O fonds Gemeenten zet in op bevlogenheid als oplossing voor uitdagingen in de organisatie. Het kan helpen wanneer gemeenten te maken hebben met hoge werkdruk, een hoog verloop en het moeilijk in kunnen vullen van vacatures. Ook kan het de behoefte ondersteunen aan verbinding die medewerkers voelen, zeker in tijden waarin gedeeltelijk thuis of hybride werken gemeengoed is geworden.

Toegegeven, zeggen Horsten en Verduin: bevlogenheid is verbonden met vitaliteit, en dat is al langer een speerpunt van A&O fonds Gemeenten. ‘Toch geeft het begrip bevlogenheid een andere insteek,’ vindt Horsten. Drie aspecten zijn belangrijk: competentie, autonomie en verbinding. ‘Ben je bekwaam om je werk te doen? Ervaar je de vrijheid om die dingen te doen waarvan jij denkt dat ze vanuit je professie goed zijn? En heb je het leuk met elkaar en is de samenwerking goed?’

Veel gemeenten zijn al langer aan de slag met vitaliteit, waar bevlogenheid dus nauw aan raakt. ‘Hartstikke goed, maar het moet verder gaan dan jaarlijks een week van de vitaliteit met een paar workshops,’ vindt Verduin. ‘Probeer er nou structureel meer aandacht aan te geven: hoe gaat het, hoe zit je in je vel, wat zijn goede acties om te doen?’ Verduin: ‘We willen allemaal hetzelfde bereiken. Bevlogenheid is daarvoor een mooie, aanstekelijke term.’

Veelbelovende pilot
De gemeenten Dongen, Krimpen aan den IJssel en Zeist zijn het afgelopen jaar gestart met een pilot over bevlogenheid. Zij hebben een wetenschappelijke vragenlijst over bevlogenheid gekoppeld aan een sociale netwerkanalyse. Horsten legt uit: ‘Met behulp van die vragenlijst is gemeten hoe medewerkers scoren op bevlogenheid en welke taakeisen en hulpbronnen daar een rol in spelen. Daarnaast ontwarren ze een soort web van relaties: wie heeft met wie veel contacten en hoe verspreidt informatie zich in de organisatie? Wie zit in dat web meer in het midden en wie in de periferie?’

In eerste instantie toont dat de onderlinge contacten en verbondenheid, maar het gaat verder dan dat, vervolgt Horsten. ‘Het levert verrassende uitkomsten op. Iemand in de periferie kan iemand zijn die veel buiten is voor het werk, waardoor diegene minder directe collega’s spreekt. Maar zo iemand heeft wel de hele dag contact met mensen in de samenleving. Dan kan het helpen om diegene meer te gebruiken in het centrum, omdat hij of zij door het contact met burgers vernieuwende ideeën opdoet.’

Verduin: ‘De uitkomsten van de vragenlijst en sociale netwerkanalyse geven aanknopingspunten om de organisatie, de teams en individuele medewerkers de goede richting op te sturen. In de gemeente Dongen zijn ze nu zover dat ze passende interventies aanbieden aansluitend op de behoefte.’

Geld en mankracht
Gemeenten hebben de afgelopen jaren steeds meer op hun bordje gekregen. Zullen ze niet denken: moet dit er ook nog bij, geef ons allereerst meer geld en personeel? ‘Het is een combinatie van dingen,’ denkt Verduin. Horsten voegt toe: ‘Iedere gemeente is anders, maar het kan sommige al helpen om gewoon eens met elkaar te bespreken: waar krijg jij energie van, en waarvan ik? Zo kun je beter gebruikmaken van de mensen die je al in huis hebt. Daar is nog veel winst te behalen.’

En wat als er medewerkers zijn die gewoon lekker hun werk willen doen en hier niet mee lastiggevallen willen worden? ‘Het gaat erom dat je het naar je zin hebt en lekker in je vel zit,’ zegt Verduin. ‘Als je van 9 tot 5 werken prima vindt, is daar niets mis mee. Inzetten op bevlogenheid hoeft niet iets heel moeilijks of bijzonders te zijn. Zolang je niet met tegenzin naar je werk gaat en daardoor misschien zelfs ziek wordt.’

Hoe gaat het in mijn team?
Mochten gemeenten al geïnspireerd zijn, dan raden Horsten en Verduin ze aan het medewerkertevredenheidsonderzoek uit de la te halen en daar een aanpak gericht op bevlogenheid aan toe te voegen. Horsten: ‘Wat betekenen deze resultaten, en wat kun je van daaruit doen? Ga je ermee aan de slag, dan is de kans groot dat collega’s denken: hé, dat is interessant.’

Verduin voegt toe: ‘En mocht je het nog niet doen, ga dan als leidinggevende eens het gesprek aan en ga na: hoe gaat het in mijn team?’ Verduin pakt intussen haar spullen: ze gaat onder werktijd een uurtje sporten. ‘Ook dat draagt bij aan mijn bevlogenheid. Ik kom straks veel blijer terug, en dan kan ik weer vol energie aan het werk.’

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *