Dit jaar groeit de Nederlandse economie met 1,7 procent. Volgend jaar is dat 1,6 procent. Het Centraal Planbureau (CPB) voorzag in juni nog een groei van 2,1 procent voor de economie voor 2017. Het onderliggende herstel van onze economie zet wel door, maar de onzekerheid na het Brexit-referendum heeft op korte termijn negatieve effecten op de consumptie en investeringen en ook op de voor Nederland relevante wereldhandel. Het effect van deze onzekerheid op het bbp is tijdelijk. Naast het effect van het referendum over de Brexit (-0,4 procentpunt in 2017) tempert ook de verdere verlaging van de gasproductie de groei volgend jaar met 0,2 procentpunt van het bbp.
De werkloosheid stabiliseert volgend jaar (op 6,2 procent) en het overheidstekort daalt (naar 0,6 procent van het bbp). De inflatie in Nederland blijft met 0 procent dit jaar en 0,5 procent volgend jaar heel laag. De koopkrachtontwikkeling van het mediane huishouden valt terug van 2,7 procent dit jaar naar 0,7 procent in 2017. Dit blijkt uit de voorlopige raming die het CPB vandaag heeft gepubliceerd. Deze voorlopige raming, zo vlak na de Britse leave-vote, is onzekerder dan normaal.
Dit jaar neemt de consumptie beperkt toe. Volgend jaar profiteert de consumptie van de groei van de reële lonen en de positieve ontwikkeling op de huizenmarkt, maar wordt geremd door onzekerheid als gevolg van de Brexit.
Door de aantrekkende economie neemt de werkgelegenheid dit jaar toe. De verwachting is dat bedrijven vanaf de tweede helft van dit jaar voorzichtiger zullen zijn met het aannemen van personeel vanwege de onzekerheid die de Brexit met zich meebrengt. Hierdoor valt de werkgelegenheidsgroei volgend jaar terug en blijft de werkloosheid stabiel.
Het overheidstekort daalt van 1,2 procent dit jaar naar 0,6 procent volgend jaar. De gerealiseerde belastinginkomsten zijn snel toegenomen, vooral die van de vennootschapsbelasting. De groei van de overheidsuitgaven blijft gematigd. De vermindering van het tekort in 2017 spoort met de daling die al in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-Asscher zat. De cijfers bevatten de opbrengst van de aangekondigde uitfasering van het Pensioen in Eigen Beheer voor directeuren-grootaandeelhouders en aanwending voor aanvullende overheidsbestedingen. De begroting is vooralsnog niet in lijn met de Europese begrotingsregels voor het structureel saldo en voor de overheidsuitgaven.
De lagere koopkrachtontwikkeling in 2017 komt vooral door het wegvallen van de positieve effecten van de 5 miljard euro lastenverlichting en de licht oplopende inflatie bij constante contractloongroei in de marktsector. De koopkracht van werkenden verbetert volgend jaar met 1,1 procent, terwijl die van uitkeringsgerechtigden en gepensioneerden met respectievelijk 0,1 procent en 0,7 procent verslechtert.