Inwoners communiceren veelvuldig via social media met gemeenten, maar het betreft slechts een beperkt deel van de bevolking. Dat blijkt uit onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam in opdracht van het ministerie van BZK. Nederlandse gemeenten zetten fors in op het gebruik van sociale media om in contact te staan met de maatschappij. Ze gebruiken het om te informeren over hun beleid en als plek voor interactie met burgers en bedrijven.
Vooral hoger opgeleiden
Hoger opgeleiden zijn oververtegenwoordigd in reacties op berichten van gemeenten. Bijna drie op de vijf reacties van burgers is afkomstig van vrouwen, meer dan de helft van de reacties van burgers zijn tussen de 25 en 45 jaar oud, terwijl nog geen kwart van de bevolking in Nederland in die categorie valt. Ten slotte zijn er aanzienlijke verschillen tussen beroepsgroepen. Mensen die een bedrijfseconomisch of administratief beroep uitoefenen en mensen die werkzaam zijn binnen het openbaar bestuur reageren relatief vaak op social media berichten van gemeenten. Mensen met een commercieel technisch beroep en mensen die werkzaam zijn binnen de sector zorg en welzijn, zijn ondervertegenwoordigd.
Zet in op meerdere platforms
Facebook is veruit het meest in trek als platform onder reagerende burgers. Ook LinkedIn heeft een redelijke ‘dekkingsgraad’, terwijl Instagram en Twitter op grotere afstand volgen.
Mensen die werkzaam zijn binnen het openbaar bestuur maken vaker gebruik van Twitter terwijl mensen met een bedrijfseconomisch en administratief beroep juist vaker LinkedIn gebruiken. Creatievelingen en mensen met een taalkundig beroep zijn vaker te vinden op Instagram. Dit illustreert het belang om als gemeente niet slechts één platform te gebruiken, maar juist in te zetten op meerdere platforms om een zo groot mogelijke groep te bereiken.
Het bericht Wie bereikt de overheid met social media? verscheen eerst op Digitale Overheid.