nieuws

Geschillencommissie sociaal domein: Snel en kosteloos

De decentralisaties in het sociaal domein leiden soms tot onduidelijkheden en conflicten. Sinds begin dit jaar kunnen gemeenten en zorgaanbieders aankloppen bij een onafhankelijke geschillencommissie, die een bindend advies kan geven. Zo ver is het nog niet gekomen. ‘Veel problemen worden ‘aan de voorkant’ opgelost,’ aldus Karen Hauber, voorzitter van de Geschillencommissie sociaal domein.

Geert Schipaanboord, senior beleidsmedewerker sociaal domein bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), is nauw bij het werk van de geschillencommissie betrokken. ‘In 2018 is in het kader van het actieprogramma Zorg voor de Jeugd afgesproken dat de geschillencommissie zou worden ingesteld. De commissie is een initiatief van de VNG en de Branches gespecialiseerde Jeugdzorg, dat zijn GGZ-Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra en Jeugdzorg Nederland.’ Schipaanboord benadrukt dat de commissie onafhankelijk is. ‘De commissie is geen onderdeel van de VNG, maar is echt onafhankelijk en dat is heel belangrijk. De VNG-leden hebben daar ook mee ingestemd.’
Het actieprogramma Zorg voor de Jeugd mag de aanleiding zijn geweest voor het instellen van de geschillencommissie, het werkterrein van de commissie is breder dan de jeugdzorg. Schipaanboord: ‘Het gaat om het hele sociale domein, dus ook bijvoorbeeld de Wmo. Door de decentralisatie hebben de gemeenten extra taken gekregen. Daardoor is een nieuwe situatie ontstaan, die aanleiding kan geven tot meningsverschillen tussen gemeenten onderling en tussen gemeenten en zorgaanbieders.’ Dat beaamt Karen Hauber, voorzitter van de Geschillencommissie sociaal domein. ‘Het inkoopsysteem is voor de gemeenten en voor de zorgaanbieders veel complexer geworden. Daar is kennis voor nodig die bijvoorbeeld kleinere gemeenten niet in huis hadden. Partijen kenden elkaar niet, in zo’n nieuwe situatie neemt de kans op conflicten dan toe.’

Volwassen stelsel
Schipaanboord is ook niet verbaasd dat er daadwerkelijk conflicten zijn ontstaan. Het instellen van een geschillencommissie vindt hij een logische stap. ‘Deze mogelijkheid miste nog, maar hoort wel bij een volwassen stelsel. Het is beter als partijen er eerst onderling proberen uit te komen en naar de geschillencommissie kunnen stappen. Dan hoeven ze niet meteen naar de minister of de rechter. Procederen is duur en vertraagt het hele proces van zorginkoop. Dat is precies wat je niet wilt.’ Dat is Hauber met hem eens. ‘De inkoop van zorg is een marktproces. Als daarin een impasse ontstaat door een geschil, dan is het beter om niet te gaan procederen, want dat duurt lang en is kostbaar. Zo’n strijd wil je voorkomen, want die leidt alleen maar tot langere wachtlijsten en hogere kosten. Door de Geschillencommissie sociaal domein in te stellen, creëer je een mogelijkheid om relatief snel en kosteloos samen tot een oplossing te komen.’
Conflicten tussen gemeenten draaien vaak om het woonplaatsbeginsel: de gemeente waar de ouder woont met gezag van een kind dat jeugdhulp nodig heeft, is verantwoordelijk voor de zorgverlening. ‘Vaak weet men niet precies hoe de regeling in elkaar zit en welke gemeente opdraait voor de kosten’, zegt Hauber. Schipaanboord: ‘Vooral de eerste jaren was het allemaal nieuw. Voorheen werd VWS er wel bijgehaald, als stelselverantwoordelijke. Dat is VWS uiteindelijk nog steeds, maar partijen zoeken nu eerst in eigen kring naar een oplossing.’

Goed overleg
De Geschillencommissie sociaal domein speelt daarin sinds het begin van dit jaar een positieve rol, vinden ze. Schipaanboord ziet een rode draad in de ontwikkeling. ‘Sinds de commissie is ingesteld verloopt het overleg tussen partijen beter. De commissie is onafhankelijk en past hoor en wederhoor toe. Partijen komen eerst bij de ondersteuning terecht, waar in goed overleg al heel veel wordt opgelost. Lukt dat niet, dan komt de Geschillencommissie zelf in actie.’ Hauber: ‘Ik heb onder meer een achtergrond als mediator, dus het verbaast me niet dat in onderlinge gesprekken vaak een oplossing wordt gevonden. Veel problemen worden ‘aan de voorkant’ opgelost bij de secretaris van de commissie. Die heeft het dus druk, de Geschillencommissie heeft nog geen bindend advies hoeven geven. Ik vind het heel mooi dat veel problemen op deze manier snel zijn op te lossen. Maar dat wij als Geschillencommissie een bindend advies moeten geven, zal ongetwijfeld nog wel gebeuren. Er is toch behoefte aan richting. De oprichting van de geschillencommissie past bij de fase van ontwikkeling van het speelveld. Bij een speelveld dat volwassen wordt, groeit ook het bewustzijn dat het bestaan van een escalatiemogelijkheid, een geschillencommissie, kan voorkomen dat impasses in de samenwerking te lang voortduren en daarmee ten koste gaan van het leveren van goede en tijdige zorg.’
Hauber en Schipaanboord betwijfelen of er minder conflicten zullen ontstaan, nu het kabinet meer geld wil uittrekken voor de jeugdzorg. ‘Het tekort aan geld heeft wel druk gelegd op de tarieven,’ zegt Schipaanboord. ‘Maar meer geld betekent niet automatisch een einde aan de problemen en conflicten. Er zal structureel meer financiering moeten komen.’ Hauber: ‘Extra geld zal een deel van de problemen oplossen, maar een ander deel niet. Bij de inkoop draait het niet alleen om geld, maar ook om vertrouwen. Als je het proces benadert vanuit concurrentiestrijd en wantrouwen dan zullen er altijd problemen blijven. Het zou mooi zijn als de Geschillencommissie sociaal domein in de toekomst niet meer nodig is. Maar in deze fase hebben we zeker een toegevoegde waarde.’

Voor meer informatie, ga naar de website van de geschillencommissie sociaal domein.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *