nieuws Bestuurskracht

Bestaansrecht bibliotheken is groter dan ooit

Bibliotheken dragen in toenemende mate bij aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. Ze ondersteunen inwoners bij digitalisering en taalvaardigheid en vormen een doorgeefluik naar welzijnsinstanties.

De maatschappij is altijd aan verandering onderhevig. Maar de huidige toename van complexiteit, vooral ingegeven door vergaande digitalisering, verloopt in een wel heel hoog tempo, meent Hans van der Veen, directeur-bestuurder bij Bibliotheken Midden-Fryslân. ‘De vraag is: hoe kunnen mensen in een complexe maatschappij participeren? Met vaardigheden! Je moet taalvaardig zijn en op het juiste moment over de juiste informatie beschikken. En laat een bibliotheek nou net daarvoor zijn opgericht.’

Digitaal burgerschap
Deze maatschappelijke rol van bibliotheken, als partner in grote maatschappelijke opgaven, werd onlangs vastgelegd in het Bibliotheekconvenant 2020-2023. Daarin spreken nationale, provinciale en lokale actoren af dat het netwerk van openbare bibliotheken bijdraagt aan een geïnspireerde, geïnformeerde en betrokken samenleving waarin iedereen kan meedoen. Een aantal zaken in het convenant is belangrijk, aldus Lily Knibbeler, directeur van de Koninklijke Bibliotheek (KB) in Den Haag. ‘Het is best bijzonder dat verschillende bestuurslagen de handen ineen hebben geslagen. Daarnaast zijn de afspraken voor het netwerk zelf niet vrijblijvend: er is echt beweging om gezamenlijk bij te dragen aan de aanpak van de drie grote maatschappelijke opgaven in het convenant – het bevorderen van geletterdheid en leesplezier; digitale inclusie en digitaal burgerschap; en basisvaardigheden en een leven lang ontwikkelen. Het convenant bevestigt daarmee de bibliotheek als een robuuste partner in maatschappelijke vraagstukken.’

Je moet verder reiken dan je eigen tuintje

Juist bij complexe opgaven is het namelijk belangrijk dat organisaties durven om supra-institutioneel te denken, zegt Knibbeler. ‘Je moet verder reiken dan je eigen tuintje. Het gaat erom welk aandeel je levert, niet of jij erover gaat. Het vraagstuk, de opgave, staat centraal. Daaraan kun je altijd een stukje bijdragen. Samen kun je zoveel meer impact hebben dan ieder voor zich.’ De KB heeft een nationale regierol. Ze zorgt voor randvoorwaarden, runt de digitale openbare bibliotheek en initieert pilots en proeftuinen. Knibbeler: ‘De lokale bibliotheken zijn op hun beurt sterk in de interactie met mensen in hun omgeving. En het gaat uiteindelijk bij iedere maatschappelijke opgave om de mensen zelf. Zij weten wat zij nodig hebben. Waarde toevoegen begint daarom, ook voor ons als netwerk, met vragen stellen.’

Zeker 2,5 miljoen Nederlandse burgers hebben moeite met digitalisering, werd begin dit jaar door verschillende media gemeld. Om die burgers te ondersteunen, hebben bibliotheken, in samenwerking met de Manifestgroep (een netwerk van 16 uitvoeringsorganisaties dat gezamenlijk optrekt om de dienstverlening aan burgers en bedrijven te verbeteren, red.) en de KB, Informatiepunten Digitale Overheid opgezet. ‘De overheid communiceert vrijwel alleen nog maar digitaal,’ weet Van der Veen. ‘Maar heel veel mensen kunnen zich niet redden. Met de informatiepunten koppelen we digitale vaardigheden en taalvaardigheid aan elkaar, en helpen we mensen hun zaakjes te regelen.’ De informatiepunten zijn vooral ook een enabler richting de bredere maatschappelijke functie van bibliotheken, voegt Marcel Pellicaan, adviseur van het CAK (aangesloten bij Manifestgroep, red.), toe. ‘Dat zie je ook aan de ondersteuning die bibliotheken nu bieden met de implementatie van de corona-app en het donorregister. Zonder de informatiepunten was het ministerie van VWS ons niet op het spoor gekomen.’

Spin in informatienetwerk
Eenzelfde functie als doorgeefluik en verbinder ziet Hans van der Veen bij
de bibliotheek van Leeuwarden. Dbieb (de naam van de moderne Friese bibliotheek) werkt daar samen met de stichting Buurtservicepunt, die hulp biedt aan inwoners die vragen hebben over wonen, werken en welzijn. ‘De stichting zit echt in de haarvaten van de wijken,’ legt Van der Veen uit. ‘Een relatief grote groep inwoners van Leeuwarden heeft het lastig. Het is aan bibliotheken om die mensen een duwtje in de rug te geven, maar zij zullen niet zo snel naar de centrale bibliotheek komen. Wij denken laagdrempelig te zijn, maar de vraag is of kwetsbare doelgroepen dat ook zo ervaren. Daarom doen we ons werk samen met partners die echt laagdrempelig zijn, die stevig geworteld zijn in de wijken.’ Dbieb ondersteunt Buurtservicepunt en is op korte termijn van plan eenzelfde opzet uit te rollen in de dorpen van Tytsjerksteradiel.

Ervaren kwetsbare doelgroepen ons als laagdrempelig?

Daarnaast zal Dbieb het huidige cursus- en activiteitenprogramma nog verder uitbreiden. Maar Van der Veen weet wel: aan het werk van de bibliotheek zitten grenzen. ‘Ik wil niet dat onze medewerkers zich scholen in belastingzaken, om maar iets te noemen. De servicepunten of welzijnsinstanties hebben medewerkers die weten waar ze het over hebben. De bibliotheek is een intermediair, de spin in een informatienetwerk dat mensen doorsluist naar de daadwerkelijke professionals.’

Zakelijkheid en passie
Het blijkt wel: we zijn meer dan een huisje met boeken, vervolgt Van der Veen. ‘De bibliotheek heeft een gigantisch bereik. Kijk je naar de missie en visie van bibliotheken, dan kom je automatisch uit op de maatschappelijke rol die wij vervullen. Sterker nog, door de complexiteit van de digitale maatschappij is ons bestaansrecht groter dan ooit.’ Desondanks hebben bibliotheken te maken met bezuinigingen, vooral omdat veel gemeenten al jaren financiële tekorten kennen. ‘Samen met de branchevereniging VOB (Vereniging Openbare Bibliotheken) werken we aan het garanderen van een robuuste basis, zodat alle openbare bibliotheken de vijf functies uit de Wsob (de Bibliotheekwet) kunnen vervullen,’ zegt Knibbeler. ‘Als gemeenten investeren in bibliotheken, krijgen ze daar op andere manieren weer geld bij, bijvoorbeeld voor de aanpak van grote maatschappelijke opgaven, waarvoor vaak landelijk extra middelen beschikbaar zijn. Bovendien is de efficiëntie en de effectiviteit van het bibliotheekwerk inmiddels ook stevig. Als we die verzakelijking nu weer weten te versterken met de herbevestiging van onze rol in de samenleving en dat combineren met onze passie voor ons werk, blijft de bibliotheek ook de komende jaren de belangrijke, maatschappelijke partner die ze van oudsher is.’

*Dit artikel werd geschreven door Jelle van der Meulen en verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 23: Dienstverlening in tijden van crisis. Meer artikelen lezen? Neem dan nu een abonnement op Publiek Denken!

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *