nieuws Bestuurskracht

Burgemeesters tijdens de coronacrisis

Orde en veiligheid maken al langer een steeds groter deel uit van de portefeuille van burgemeesters, maar tijdens de crisis blijkt ook de traditionele rol van burgervader of -moeder weer van groot belang. Hoe ervaren burgemeesters de coronacrisis? ‘Je probeert de moed erin te houden.’

De eerste weken van de crisis voelden aan als een film, herinnert burgemeester van Kerkrade Petra Dassen-Housen zich. ‘Men dacht dat het virus nog ergens in China was, terwijl wij hier vrolijk carnaval aan het vieren waren. Maar van het ene op het andere moment kwamen we in een situatie terecht die eigenlijk onvoorstelbaar was. Het kwam zo snel dichtbij en had zoveel impact, dat hadden we totaal niet voorzien.’

Elkaar vasthouden
Het hele land werd overvallen door de plotse ernst van de crisis. Op zondag 15 maart kondigde het kabinet om half 6 ’s middags aan dat alle horeca een halfuurtje later de deuren dienden te sluiten. ‘Voor de hele samenleving gold dat we ongelooflijk snel moesten schakelen, zonder dat we alles in beeld hadden,’ zegt Dassen-Housen. ‘De taak van ons burgemeesters was toen vooral om duidelijkheid te bieden. Maatregelen werden afgekondigd vanuit Den Haag, maar burgemeesters bleven natuurlijk verantwoordelijk voor de uitvoering. Daarin hebben we hier in de regio geprobeerd elkaar zo goed mogelijk vast te houden, zoveel mogelijk één lijn te trekken.’

Aan het begin van de crisis waren de schok en onzekerheid weliswaar groot, maar was de koers in ieder geval duidelijk, vindt Cor Lamers, burgemeester van Schiedam en plaatsvervangend voorzitter van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. ‘Essentiële beslissingen worden op landelijk niveau genomen,’ zegt Cor Lamers. ‘Tijdens een “reguliere” crisis is de burgemeester echt in de lead: hij of zij draagt de volledige verantwoordelijkheid en maakt strategische keuzes. Dat is in de coronacrisis wel anders: het kabinet bepaalt de volgende stap. Wel heeft iedere gemeente haar eigen beleid, waarmee de burgemeester in charge is wat betreft de uitvoering.’

Leiderschap
Dassen-Housen en Lamers kunnen zich beiden goed vinden in het beleid van het kabinet. De kritiek die klinkt op het besluitvormingsproces – bijvoorbeeld dat democratische structuren wegvielen – delen de burgemeesters slechts ten dele. ‘In een crisis is leiderschap nodig,’ zegt Lamers. ‘Je moet snel beslissingen nemen, dan kun je gewoonweg niet de volledige democratie haar werk laten doen. Tegelijkertijd is het stelsel van noodverordeningen nooit bedoeld voor zo’n langdurige crisisperiode. Dat het hier en daar wringt en moeilijkheden oplevert, is niet meer dan logisch.’ ‘Je kunt niet telkens in debat over elke maatregel,’ vult Dassen-Housen aan. ‘In een crisis is autoriteit het kompas waarop je koerst. Maar achteraf moet je altijd openstaan voor evaluatie en zelfreflectie.’

Op bestuurlijk niveau is tot nu toe gebruik gemaakt van de bestaande structuren, zegt Menno van Duin, lector Crisisbeheersing bij het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Hij deed namens het IFV onderzoek naar de ervaringen van burgemeesters in de coronacrisis. ‘Het is voor het eerst dat er zo’n lange tijd zo’n belangrijke rol voor hen lag,’ zegt Van Duin. ‘Dat is een goede zaak, wat mij betreft. De GGD en de politie, beide instellingen die tijdens deze crisis van essentieel belang zijn, zijn regionaal georganiseerd. Dan is het niet meer dan logisch dat je degene die hen aanstuurt ook verantwoordelijkheid geeft.’

Lokaal maatwerk
Nu het virus blijft rondwaren en voorlopig nog niet weg lijkt te zijn, pleiten gemeenten voor meer ruimte voor lokaal maatwerk in de bestrijding van de crisis. Het kabinet volgt die lijn en wil eventuele maatregelen tegen het virus zoveel mogelijk treffen op lokaal niveau. ‘Een proportionele aanpak is beter regionaal te organiseren dan nationaal,’ vindt Van Duin. ‘De experimenten met mondkapjes in Rotterdam en Amsterdam zijn daar een goed voorbeeld van. Werkt dat? Kan dat? De mondkapjesplicht is weliswaar weer afgeschaft, maar het is verstandig en raadzaam te experimenteren met maatregelen die aansluiten bij een specifieke lokale context.’ Van Duin ziet de mogelijkheid tot experiment als een voordeel van de al lang durende crisis, zolang je het als burgemeester maar goed uitlegt: ‘Vertel waarom je dingen doet, dat het een experiment is. Je geeft dan in wezen aan als bestuurder: ik heb niet alle oplossingen, maar we gaan dit proberen. Al doende leer je.’

Ook Dassen-Housen is een voorstander van lokaal maatwerk. ‘Voor ons als grensgemeente is het nog weleens ingewikkeld als mensen net over de grens een hele andere aanpak zien. Dat ondergraaft je autoriteit.’ Meer afstemming tussen (grens)gemeenten kan het draagvlak voor maatregelen vergroten, maar is lastig te realiseren, denkt de burgemeester. ‘Lokaal maatwerk is een goede zaak, maar bedenk wel: het leidt ook tot verschillen. Dat hier iets mag en verderop niet, dat vinden we lastig als samenleving. Het is dan zaak elkaar nog meer vast te houden en nog beter te communiceren.’

Burgerouder
In voorgaande jaren hielden burgemeesters zich in toenemende mate bezig met orde en veiligheid. Volgens Van Duin maken die thema’s tegenwoordig zo’n 40 tot 50 procent van de portefeuille van een burgemeester uit. Ook tijdens de coronacrisis blijven die thema’s de kern van het ambt. Tegelijkertijd echter zijn communicatie en verbinding met de burger tijdens de coronacrisis weer van essentieel belang; de meer traditionele rol van de burgemeester als burgervader of -moeder. ‘Je bent burgemeester, maar ook mens. Je probeert de moed erin te houden,’ zegt Dassen-Housen. ‘Dingen goed uitleggen en mensen opzoeken, telefonisch of via sociale media, is ontzettend belangrijk geweest. Veel mensen waren bang of onzeker. Een burgemeester moet aanvoelen wat zo’n ingrijpende situatie doet met mensen. Dat je je moeder niet mag bezoeken, of ondernemers die hun spaartegoeden weggevaagd zien, dat zorgt voor enorme eenzaamheid en verdriet.’

Burgemeesters hebben de afgelopen tijd veel energie gestoken in contact met burgers, maar die rol is volgens Cor Lamers wat onderbelicht gebleven. ‘We zijn landelijk en regionaal in de eerste plaats in de handhaafrol gedwongen. Die past ons en die vervullen we ook. Maar we zijn ook de aangewezen motivator om er op lokaal niveau voor te zorgen dat inwoners zich zoveel mogelijk aan de voorschriften houden. Dat is toch meer de traditionele rol van burgervader. Het is moeilijk geworden contact te onderhouden, maar dat compenseren we met video’s, filmpjes en het inspreken van boodschappen voor specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld de jeugd. Dat aspect van ons werk staat minder in de belangstelling, maar is net zo belangrijk als handhaving van de regels.’

Van mens tot mens
Het coronavirus en de maatregelen maakten het echter moeilijker dan gewoonlijk om contact te maken met inwoners. Dat gold aanvankelijk zeker in Schiedam, dat een aantal kwetsbare wijken kent waar de afstand tot de overheid groot kan zijn. ‘Het bij elkaar brengen van mensen en hun in aanmerking te laten komen voor scholing en werktrajecten is normaal al lastig, maar nu helemaal,’ vertelt Lamers. ‘Het coronavirus heeft op sociaal gebied meer kapotgemaakt dan we dachten: de werkloosheid is hier al enorm toegenomen en de acceptatie voor de anderhalve meter is minimaal geworden. Zeker in de meer kwetsbare wijken moeten we daarom actie ondernemen om te voorkomen dat mensen daar verder achteropraken.’

In Kerkrade is inmiddels een nieuwe fase aangebroken. Waar burgemeester Dassen-Housen eerst beperkt was tot het maken van vlogs en schrijven van kaartjes om inwoners te bereiken en een hart onder de riem te steken, heeft de gemeente inmiddels twee gespreksavonden georganiseerd. Het sociale aspect van het burgemeestersambt wordt naarmate de crisis vordert alleen maar belangrijker, verwacht DassenHousen. ‘Tijdens die gespreksavonden vroeg ik aan inwoners: wat heeft deze crisis met jou gedaan? Ik wil zonder belangen met inwoners spreken, gewoon van mens tot mens.’

Aan de andere kant zijn er mensen die het virus en de maatregelen maar onzin vinden. Ook met diegenen probeert Dassen-Housen in gesprek te blijven. ‘Op sociale media lijkt het alsof er heel veel mensen faliekant tegen de maatregelen zijn, maar in gesprekken valt dat erg mee, hoor je veel meer een gematigd geluid. Wel zijn er natuurlijk zorgen, ook over de maatregelen. Dat is prima: we kunnen altijd van mening verschillen, zolang we de dialoog maar gaande houden. In deze crisis kan jouw gedrag gewoonweg een ander in gevaar brengen. Ook als je het niet eens bent met de maatregelen, doe het dan voor de veiligheid van je medeburgers. Alsjeblieft, let op de ander.’

*Dit artikel werd geschreven door Jelle van der Meulen en verscheen in Publiek Denken 22 Omgevingswet: Blik op vooruit. Wilt u meer artikelen lezen? Neem dan nu een gratis abonnement op Publiek Denken.

Beeld: Aad Goudappel

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *