Het demissionaire kabinet stelt voor 2022 ruim 1,3 miljard euro extra beschikbaar aan gemeenten ter compensatie van de tekorten in de jeugdzorg. Dat komt bovenop de eerder toegezegde 300 miljoen voor dat jaar.
Het kabinet en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn dit overeengekomen en hebben afgesproken dat het geld regelrecht naar de zorg moet gaan. Nu worden er nog regelmatig kosten gemaakt die niet doelmatig zijn. Het komt bijvoorbeeld regelmatig voor dat een behandeling in de jeugdzorg veranderd moet worden omdat de kennis van behandelaars onvoldoende blijkt te zijn. Gemeenten krijgen het extra geld, op voorwaarde dat ze tegelijkertijd 214 miljoen besparen op de jeugdzorguitgaven.
De afspraken tussen het kabinet en de VNG kwamen tot stand nadat de VNG een arbitragezaak had aangespannen tegen het rijk omdat ze bleven steggelen over het geld voor de jeugdzorg. De arbitragecommissie, de zogeheten Commissie van Wijzen, zocht uit hoeveel geld het rijk aan gemeenten moet geven voor de uitvoering van de Jeugdwet en welke maatregelen er nodig zijn om het jeugdstelsel financieel beheersbaar te maken. Voor de jaren na 2022 dient het oordeel van de Commissie van Wijzen als zwaarwegende inbreng voor de kabinetsformatie. Een nieuw kabinet zal moeten besluiten over de structurele financiën en noodzakelijke aanpassingen aan het jeugdhulpstelsel om de jeugdzorg in de toekomst effectief en beheersbaar te houden.
Daarnaast zijn de partijen van plan om gezamenlijk te komen tot een hervormingsagenda. Hierin maken zij afspraken over maatregelen en een structureel financieel kader dat moet leiden tot een stelsel waarin zorg beschikbaar is voor kinderen die dat echt nodig hebben. Ook krijgen gemeenten zo een betere uitvoeringskracht en komt er meer inzicht op informatie zoals het gebruik van jeugdzorg, uitgaven en wachttijden.