nieuws Bestuurskracht

Leren van participatie: balans tussen maatwerk en structuur

Vorig jaar verscheen het boek Leren in Participatieland.[1] Centraal in het boek staat het zogenoemde kleine en grote leren. In een serie van drie artikelen reflecteren programmamanager lokale democratie van de VNG Frank Speel, directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen Chris Kuijpers en burgemeester van Etten-Leur en voormalig ROB-lid Miranda de Vries op wat dat in de praktijk betekent. En in een vierde, afsluitend artikel zetten auteurs Frederik van Dalfsen, Steven Blok en Henk Wesseling een en ander nog eens op een rij. Maar nu eerst: reflecties van BZK door Chris Kuijpers.

‘Enkele jaren geleden was ik op werkbezoek in het natuurgebied Markdal. Al jaren probeerde de overheden de hoeveelheid natuur in dit dal uit te breiden. Maar er was veel weerstand. Van boeren in het gebied maar ook van anderen. Dit veranderde toen de inwoners zelf het initiatief namen, taken van de gemeente overnam en natuur en landbouw praktisch en met meer onderling vertrouwen succesvol met elkaar in verband brachten.’
‘Dit is maar een voorbeeld. Maar meer goede voorbeelden zijn te vinden wanneer je als beleidsmaker echt serieus luistert naar inwoners. Wat doet met hun wensen, weerstand en opvattingen.’

Inclusiviteit en zeggenschap
‘Dat toon aan: meedoen en zien dat je stem gehoord wordt, zijn cruciaal voor de democratie. Je wilt als inwoner zien dat je invloed hebt op het beleid in jouw directe omgeving/dat jou direct raakt. Tijdens verkiezingen en daartussen. Inwoners organiseren zich steeds meer rond een of meerdere specifieke thema’s en minder langs de klassieke partijlijnen of belangen organisaties. Hoe invloed dan precies vorm krijgt, verschilt logischerwijs per situatie. Vanuit BZK is onder andere met het programma Democratie in Actie de afgelopen jaren actief gewerkt aan het leren van ervaringen met participatie in onze fluïde samenleving. Dit leren heeft Democratie in Actie op verschillende manieren gedaan:

  • leren van en met elkaar: met alle partners en mensen in het land;
  • leren door te doen: ondersteunen innovatie trajecten en nieuwe vormen van democratie;
  • leren door te delen: van goede voorbeelden en praktijken in het land;
  • leren door te denken: de denkkracht bundelen om te doordenken wat in verleden, heden en toekomst de betekenis kan zijn van nieuwe vormen van participatie en representatie;
  • leren door te maken: nieuwe instrumenten, zoals de Participatiewijzer en de Quick Scan;
  • leren door te praten: reflectie door een uitgebreide tour van gesprekken in het land.

Een aantal uitgangspunten, zoals inclusiviteit en zeggenschap, zijn bij ieder participatieproces van belang. Zeker met de huidige maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie en de woningbouwopgave is naast een sterke representatieve democratie ook directe betrokkenheid van inwoners nodig.’

Visie op participatie
‘Afgelopen maart[2] bood de minister van BZK aan de Tweede Kamer een visie op participatie aan. Die bevat, op basis van de talloze ervaringen in het land, de uitgangspunten voor een goed participatieproces. Het is immers opmerkelijk dat er wel criteria/democratische principes zijn geformuleerd voor het verkiezingsproces maar niet voor andere kanalen waarmee burgers invloed kunnen uitoefenen. Er is in Nederland sowieso een levendige participatiepraktijk. Van 2014 tot 2017 popte er tal van alternatieve vormen op – zoals burgertoppen – om de invloed van inwoners vorm te geven. Hierbij werd de verbinding met de politiek af en toe uit het oog verloren, waardoor de uiteindelijke resultaten soms tegenvielen. Met Democratie in Actie is deze zoektocht naar innovatieve vormen om de verbinding tussen bestuur en inwoner vorm te geven voortgezet. Op basis van ervaringen in alle 352 gemeenten waar het programma actief is geweest zijn lessen getrokken. Een aantal uitgangspunten uit deze visie licht ik er graag uit:

  • Verbinding representatieve democratie
    Ten eerste verdringt participatie de representatieve democratie niet, maar vult ze juist aan. Burgers kiezen elke vier jaar hun volksvertegenwoordigers. Daarbij is het zijn van volksvertegenwoordiger op provinciaal en gemeentelijk niveau een nevenfunctie. Goede verbindingen met en invloed van inwoners kan volksvertegenwoordigers helpen bij een betere kwaliteit van besluitvorming en beleid. Ook kan het bijdragen aan het draagvlak van beleid. Zeker bij opgaven die direct in het leven van mensen ingrijpen. Om die reden zie je in de samenleving ook een steeds hogere mate van zelforganisatie van (groepen) inwoners die zich hard maken voor één specifiek thema. Daarbij brengen burgers nieuwe perspectieven, creatieve en praktische oplossingen in.
  • Participatie als goede afspiegeling van de maatschappij
    Ten tweede, richt een representatief en inclusief participatieproces in. Daarmee wil ik zeggen: degenen die deelnemen aan het participatieproces moeten een goede afspiegeling zijn van de samenleving en/of de betrokkenen waarop het vraagstuk betrekking heeft en niet alleen een aantal oplettende en vaardige inwoners. Hier wordt vaak naar verwezen als ‘de participatie-elite’. Zonder iets af te doen aan de waarde van de inzet van dergelijke actieve groepen, blijft het een uitdaging om bij participatie ook minderheden en het stille midden te laten deelnemen en zichtbaar te maken. Verder moet participatie inclusief zijn. Dit betekent dat mensen ook daadwerkelijk gehoord worden. Dat vraagt een toegankelijk proces waarbij iedereen de gelegenheid krijgt zich te uiten. Dit begint al bij de taal en vaardigheden die worden gevraagd. Een burgerforum vraagt bijvoorbeeld meerdere dagdelen ‘vergaderen’. Een referendum vraagt een korte inspanning op een beperkt aantal keuzes. Ieder heeft zo zijn of haar eigen voorkeuren om betrokken te zijn. Combineer daarom meerdere participatie instrumenten. Voor een goede ‘participatiemix’ en de afwegingen daarbij ontwikkelde Democratie in Actie samen met ProDemos de eerdergenoemde  Participatiewijzer.
  • Daadwerkelijke zeggenschap
    Ten derde, last but definitely not least, moet er bij participatie sprake zijn van daadwerkelijke zeggenschap van inwoners. Dit is niet hetzelfde als de mening van inwoners 1-op-1 overnemen. Als de uitkomsten al vast staan of de kaders zo weinig ruimte overlaten voor aanpassing door inwoners, leg het dan niet voor. Dit werkt anders averechts en levert alleen maar frustratie op.’

Democratie in Actie: gezamenlijk leren als overheden
‘Het programma Democratie in Actie heeft de afgelopen 3 jaar  overheden samengebracht om structureler en met elkaar te leren van participatieprocessen. Zoals gesteld: de participatiepraktijk in Nederland is levendig. Daarbij constateer ik wel dat er een volgende stap gezet kan worden in het borgen van de lessen. Democratie in Actie ontwikkelde bijvoorbeeld de Quick Scan Lokale Democratie, waarmee overkoepelend en met de gehele lokale democratie (raad, college, ambtenaren en samenleving) het gesprek wordt gevoerd en geëvalueerd hoe de samenwerking tussen al deze actoren verloopt en waar verbetering mogelijk is. Bij het borgen gaat het er om of iets routine wordt gemaakt. Om die reden ben ik benieuwd en moedig ik iedereen aan om op gezette tijden het evaluatieve gesprek over de lokale democratie in den brede te blijven voeren. Ook kijk ik uit naar de nieuwe coalitieakkoord na de gemeenteraadsverkiezingen. Is daar aandacht om te blijven investeren in de lokale democratie?’

‘Deze lessen zijn ook van toepassing op het nationale niveau. De commissie Brenninkmeijer[3] onderzocht bijvoorbeeld de kansen en randvoorwaarden van burgerfora rond het klimaatbeleid. De commissie concludeerde onder andere in lijn met de eerder benoemde punten dat de politieke inbedding duidelijk moet zijn en dat bij de loting van de deelnemers er een scherp oog moet zijn voor de representativiteit van de deelnemers. Participatie van inwoners is dan ook nodig bij de complexe vraagstukken zoals het klimaatbeleid en de woningbouwopgave.’

De (lokale) democratie gaat door
‘Op het gebied van participatie zijn de laatste jaren goede stappen gezet. Daarbij zijn er stappen te zetten zoals het systematischer leren. Gebeurtenissen zoals een toeslagenaffaire en discussies over een nieuwe bestuurscultuur dwingen ons ook deze aandacht voor de relatie overheid – inwoner te houden. Participatie is daarin een onderdeel en geen wondermiddel om unanieme steun te realiseren. Het is uiteindelijk het samenspel van alle actoren in een democratie. Iets om na de gemeenteraadsverkiezingen lokaal aan verder te werken en nationaal met het nieuwe kabinet. Het nieuwe coalitieakkoord biedt daartoe kansen: “We stimuleren op lokaal niveau mogelijkheden voor burgerparticipatie en burgerinitiatieven…” De noodzaak om te blijven werken en leren aan participatie wordt dus, terecht, ook door het nieuwe kabinet gevoeld. Iets waar wij als BZK de komende jaren ook onze bijdrage aan leveren.’

Dit artikel is geschreven door Chris Kuijpers (directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen) in samenwerking met Henk Wesseling & Steven Blok.

Voetnoeten
[1] https://www.berenschot.nl/publicaties/leren-in-participatieland.

[2] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/03/22/participatie-in-een-meervoudige-democratie|.

[3] https://www.rijksoverheid.nl/documenten/publicaties/2021/03/21/adviesrapport-betrokken-bij-klimaat.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *