Martijn van der Steen: De sociale waarde van een broodje kaas

Het gebeurt vaak op bijeenkomsten over participatie en sociaal ondernemerschap. We praten de hele ochtend over hoe ondernemende burgers bedrijfjes starten en hoe goed het is dat zij zichzelf daarmee uit sociale regelingen verheffen. Rond de middag wordt er dan een schaal binnengebracht van een groot cateringbedrijf, met broodjes die op een afgelegen industrieterrein zijn belegd.

 Nu heb ik niets tegen een fabrieksmatig belegd broodje kaas. Maar toch is het vreemd dat we ’s ochtends praten over een leuk initiatief van twee dames in de wijk, die samen vanuit hun buurthuis catering doen, terwijl we daar geen broodjes afnemen. En waarom zitten we niet in het zelf georganiseerde buurthuis te vergaderen? Waarom ondersteunen we de initiatieven, maar nemen we hun producten en diensten niet af?

De reden dat het zo gaat, is heel eenvoudig. Er was een aanbesteding, deze partij kwam er het beste – lees: goedkoopste – uit, en nu is er een raamovereenkomst. Omdat die er is, kan het niet anders. Dat geloof ik meteen. Grote cateraars op afgelegen industrieterreinen kunnen heel goed aanbestedingen winnen. Niet omdat ze van die lekkere broodjes smeren, maar omdat aanbestedingen uitsluitend gaan om wat erin gewogen wordt. Prijs is veruit de belangrijkste variabele. Leveringszekerheid en bewezen ervaring zijn goede tweede en derde. Wie groot is, lang bestaat, schraal produceert en de papieren op orde heeft, wint. En zo belanden die broodjes op de schaal, of we het nu lekker vinden of niet.

Lage prijzen zijn mooi, maar prijzen hebben alleen betekenis als je ze afzet tegen waarde. En in een sociaal gesmeerd broodje zit veel waarde die we niet meewegen. Kunnen we die waarde niet mee waarderen? Het broodje kaas kost twintig cent meer, maar daar staat iets tegenover. Het is met in de moestuin in de wijk gekweekte groente belegd. De kaas is biologisch, het brood is door de lokale bakker gebakken, en het geheel is met liefde in de buurtkamer gesmeerd. Door mensen die tot voor kort eenzaam op hun flat zaten.

Nu wordt wat het broodje bijzonder maakt vooral als negatieve eigenschap zichtbaar: door de inefficiënte productie kost het lokale broodje meer. Dat het meer waard is zien we niet. Pas als sociale waarde een plek krijgt in de waardebepaling krijgen initiatieven de mogelijkheid om echt ondernemend te worden. Dan kunnen ze meedingen naar contracten en kunnen ze aan investeerders zichtbaar maken wat ze doen. En dan moet ik nog zien wie dan de aanbestedingen van het welzijnswerk, de arbeidsre-integratie en allerlei maatschappelijke ondersteuning wint. Voor het broodje zou ik het wel weten. Waarom zou het in de grote geldstromen anders zijn?

Sociale waarde is reële waarde. Het is niet voor niets dat zorgverzekeraars als eerste partijen mee doen in pogingen om de sociale waarde van maatschappelijke initiatieven voor preventieve zorg te kwantificeren. Zij hebben al lang uitgerekend dat preventie maakt dat ze straks minder behandelingen hoeven te vergoeden. Verzekeraars zijn geen filantropen of slordige rekenaars, leest u uw eigen polisvoorwaarden er maar op na. Ze prijzen sociale waarde in, omdat die een voor hen reële waarde vertegenwoordigt. Ze zijn niet liefdadig, ze rekenen gewoon slimmer. En wie zo rekent, zo blijkt, investeert graag in sociale ondernemingen en maatschappelijke initiatieven.

Voor de overheid geldt dezelfde rekensom. Er gaan miljarden euro’s om in beleid gericht op arbeidsparticipatie, sociale cohesie, maatschappelijke ontwikkeling, zorg en welzijn, re-integratie, noem maar op. Het ontbreekt niet aan geld, maar aan een instrument om aan de inkoper, de accountant, de bestuurder en de volksvertegenwoordiger uit te leggen waarom een broodje kaas uit de buurt meer oplevert. Een getal, een waardering, een rating. Als het maar laat zien dat een euro hier ergens anders voor sociale waarde zorgt.

Het ene broodje kaas is het andere niet. Als we meer sociale waarde willen, moeten we anders leren rekenen. Als ik het kon, dan had ik het systeem al ontwikkeld. Wie springt er in het gat? Dan zorg ik wel voor de broodjes.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *