Onbevangenheid

Er is al veel gezegd over de toeslagentragedie. De parlementaire verhoren dragen zacht gezegd niet positief bij aan onze indruk van “het systeem”. Een ontluisterend beeld rees op over hoe overheidsorganisaties als starre, ongenaakbare en onverzettelijke machinerieën uitvoering geven aan wat er van bovenaf wordt opgedragen of aan wat men meent af te leiden uit geldende regels en afspraken. Het niet kunnen reageren op signalen omdat men opgesloten zit in een bureaucratisch keurslijf dat met geen mogelijkheid kan meeademen met wat er zich in de werkelijkheid afspeelt.

Hoe kon het dat signalen van de werkvloer, soms nog niet eens halverwege hun weg naar de top, bleven steken? Waarom is het zo gemakkelijk om in een publieke organisatie de beweging van boven naar beneden te maken terwijl de omgekeerde weg zo moeilijk is? Waarom is het instrueren zo makkelijk en het escaleren zo ingewikkeld? Waarom krijgt die omgekeerde beweging, van beneden naar boven, eigenlijk direct zo’n zware lading door dit “escaleren” te noemen?

Het is intrigerend hoe dat werkt in die machtige Haagse kolossen… alle moderne discoursen over ketenomkering, vraagsturing en publieke waarden ten spijt. Het is nog niet zo gemakkelijk om een beer te leren jongleren. Een kritische blik op de ontwerpprincipes die leidend zijn bij de vormgeving van publieke organisaties geeft al snel antwoord op deze vragen. Afgeleid van het primaat van de politiek en de ministeriële verantwoordelijkheid, geprikkeld door alom aanwezige verantwoordingsmechanismen en opgejaagd door de hete adem van de media die altijd bevestiging zoekt van het beeld van een falende overheid, wordt beleid een onaantastbare grootheid en management het vehikel om het uit te voeren. Fouten toegeven en terugkeren op je schreden past daar maar heel moeilijk in.

De grote vraag is wat mij betreft niet hoe we de omgekeerde weg, van beneden naar boven, net zo makkelijk maken als vice versa. De grote vraag is hoe we ruimte organiseren voor onbevangenheid. Onbevangenheid bij alle spelers in “het systeem”, bij de politiek en het bestuur, de beleidsmakers en wetgevers, de toetsers en de uitvoerders, de controleurs en auditors. En hopelijk blijven de media dan niet achter. Onbevangenheid als nieuw beginsel van doelzoekend en ontvankelijk bestuur.

Als er in het nieuwe kabinet weer gesproken wordt over bestuurlijke vernieuwing of hervorming van de rijksdienst, dan heb ik slechts één tip aan de formerende partijen. Steek geen moeite in de heilige huisjes van links of van rechts, maar begin maar eens een creatief en inclusief zoekproces hoe vorm te geven aan onbevangenheid. En als de partijen vooral druk zijn om de onafwendbare bezuinigingsopgave in te vullen, dan zou ik ze willen meegeven dat het met wat meer onbevangenheid onder de Haagse kaasstolp vast en zeker ook mogelijk zal blijken te zijn om met minder publieke middelen meer publieke waarde te realiseren.

*Deze column verscheen oorspronkelijk in Publiek Denken 23: Dienstverlening in tijden van crisis. Abonneer je nu op Publiek Denken

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *