Op 7 oktober viel Hamas Israël aan. Tijdens de aanval werden Israëlische burgers vermoord, verkracht, verminkt, verbrand en ontvoerd. Geen enkele Hamasleider in of buiten de Gazastrook heeft deze aanval afgekeurd. Deze aanval wordt door velen als een pogrom tegen joden gekwalificeerd. Sinds de holocaust zijn nooit op een dag, bij een gebeurtenis zoveel joden gedood. Waarom nu?
Het Iraanse regime bewapent en financiert Hamas en de Islamitische jihad in Gaza. Deze groepen hebben een ondubbelzinnig uitgangspunt: Israël moet van de kaart worden geveegd. Ze erkennen het bestaansrecht van Israël niet. Imam Khomeini, de leider van de Iraanse revolutie, maakte van het vernietigen van Israël het overheidsbeleid in Iran. In Iran wordt men van overheidswege gestraft wanneer men voor dialoog of onderhandelingen met Israël pleit. Voor deze fanatici staat niet het lot van de Palestijnen maar de vernietiging van Israël voorop. Deze krachten geven een apocalyptische wending aan het conflict.
Na de aanslag van 7 oktober hebben de Iraanse militaire en politieke autoriteiten onomwonden hun steun uitgesproken voor de aanslagplegers. De Iraanse leider Khamenei zei in een toespraak dat hij de ‘voorhoofden en armen van aanslagplegers’ kust. Ook hebben zij in hun verklaringen aangegeven dat de aanval van Hamas het proces van de normalisering van betrekkingen tussen de islamitische landen en Israël heeft doen mislukken.
Een paar jaar geleden kwam het Abraham-akkoord tot stand tussen Israël en een aantal islamitische landen. Al maanden waren onderhandelingen gaande tussen Israël en Saoedi-Arabië. In ruil voor erkenning eiste Riyad van Tel Aviv een fundamentele beleidswijziging: geen annexatie van de Palestijnse gebieden in de Westelijke Jordaanoever, en een intentieverklaring inzake de oprichting van een Palestijnse staat. Volgens berichten in de Amerikaanse media zou Israël daarmee akkoord gaan. Rond december zou de eerste gezamenlijke verklaring van Israël en Saoedi-Arabië worden afgegeven. Ayatollahs waarschuwden Arabische landen voor het normaliseren van betrekkingen met Israël.
Na de aanslagen van 7 oktober heeft Saoedi-Arabië de onderhandelingen over de erkenning van Israël opgeschort. De jihadisten onder leiding van Iran streven dus niet naar dialoog maar naar oorlog. En dat is de kern van het probleem. Met de terreuraanslagen (pogrom) komen geen vrede en dialoog op gang. Dat is wat Teheran wil. Helaas heeft Teheran vooralsnog gewonnen. Imam Khomeini markeerde ooit het buitenlandsbeleid van Iran door te zeggen dat Amerika de grote satan en Israël de kleine satan is. Later voegde hij eraan toe dat de weg naar Jeruzalem door Karbala loopt. Karbala ligt in Irak.
Velen namen deze woorden niet serieus. Maar deze woorden vormden en vormen het fundament van het militair beleid van Teheran. En dat is de vorming van milities in verschillende landen. Nu kan het Iraanse regime dankzij de milities ongestoord in Irak, Syrië, Libanon en Jemen opereren. Israël is daadwerkelijk door ayatollahs’ milities omsingeld: Hezbollah in Zuid-Libanon, Hamas en Islamitische jihad in Gaza, en talloze milities in Syrië. Het apocalyptische geloof dat Israël van de kaart moet worden geveegd zaait haat en oogst oorlog.
*Deze column verscheen oorspronkelijk op 28 november 2023 in Publiek Denken 47: Dienstverlening.