Toen ik, alweer een tijd terug, op een Amerikaans podium de zin uitsprak ‘I’m from the government and here to help you’, kreeg ik de hoon van een groot deel van de zaal over mij heen. Dat waren de Amerikaanse deelnemers aan het congres. Zij waren, geïnspireerd door oud-president Ronald Reagan, van mening dat de overheid het grootste gevaar was dat de USA bedreigde. Inmiddels zijn de gevoelens in de USA wat minder heftig op dit punt, ook al waaide onder Trump deze wind wel weer flink.
Dit harde Amerikaanse beeld herkennen wij niet, maar complimenten voor ons werk als ambtenaar krijgen wij niet veel. Ik vraag weleens gekscherend aan collega’s of zij die dag ook een aantal burgers bij de ingang van hun gebouw tegenkwamen met een bosje vrolijke tulpjes en werden bedankt voor het werk dat zij hadden verricht. Meestal is de verbaasde reactie dan: nee, wij niet. De overheid moet het gewoon doen. Het goed functioneren van ambtenaren is vanzelfsprekend. Alleen als zaken niet goed gaan, weet men ons te vinden en worden wij daar op een stevige manier op gewezen.
Terecht, zeker als de overheid een deel van het probleem is. Onze opdracht is tenslotte: publieke diensten verrichten. En die moeten goed gaan. Toch mag er wel meer trots worden gedeeld over het vele goede werk dat wordt verricht. Ik ben plaatsvervangend trots op de geweldige prestaties die bijvoorbeeld door de Belastingdienst, het UWV en de SVB worden verricht. Onze Belastingdienst levert wereldwijd echt een topprestatie. En ja, ik weet dat de kindertoeslagen een zwarte bladzijde zijn in het werk van de Belastingdienst. Maar de prestaties op belastinggebied zijn top. Op wederom een Amerikaans podium heb ik weleens proberen uit te leggen hoe leuk het is om bij ons digitaal belasting aan te geven. En wederom kreeg ik onbegrijpende blikken.
Geestig is, met al dat onbegrip van over de oceaan, dat wij veel internationale kennis daar vandaan halen. Zelf heb ik mij ook ondergedompeld op Harvard. Maar daarbij heb ik mijzelf maar voorgehouden dat je het meeste leert van fouten. Blijft staan mijn trots op het goede werk dat door ambtenaren wordt verricht. Het is prachtig werk dat wij mogen verrichten. Toen ik dat overigens een keertje tegen een van mijn ministers zei, was zijn reactie: ‘Ja, eigenlijk vreemd dat jullie hiervoor nog betaald worden.’