Nederlandse ambtenaren zien duidelijk de voordelen van een aparte minister voor klimaat. Bovendien willen ze een centralere rol voor de rijksoverheid. Slechts een kleine minderheid is voorstander van hoe het nu is geregeld, bijvoorbeeld met de Regionale Energiestrategie (RES). Dat blijkt uit een raadpleging van Ambtenarenpanel.
Aan de raadpleging namen in totaal 466 ambtenaren deel. Van hen was 42 procent vrouw en 57 procent man. 1 Procent geeft aan geen van beiden te zijn. Als het gaat om leeftijd, is 14 procent onder de 40, 77 procent tussen de 40 en de 65 en 7 procent ouder dan 65. Verder werkt 32 procent bij de rijksoverheid, 8 procent bij de provincie, 36 procent bij de gemeente, 11 procent bij een waterschap, 3 procent bij een zbo en 10 procent bij een andere organisatie.
‘Een meerderheid twijfelt aan het nut van de RES’
Green Deal
De Europese Green Deal is het programma van de Europese Commissie om klimaatverandering tegen te gaan. Het doel van de Green Deal is om de CO2-uitstoot in Europa in 2030 met 55 procent terug te brengen ten opzichte van 1990. In 2050 moet Europa bovendien het eerste klimaatneutrale continent worden. Daartoe wordt een reeks maatregelen genomen die betrekking hebben op alle sectoren van de economie, met name vervoer, energie, landbouw en infrastructuur en ict.
Ook de nationale lidstaten moeten aan de bak. Maar helaas nemen ze die verantwoordelijkheid niet allemaal even serieus. Zo loopt Nederland dramatisch achter als het gaat om het terugbrengen van de eigen CO2-uitstoot. Wat vinden ambtenaren eigenlijk van het Nederlandse klimaatbeleid? En wat weten en vinden ze van de Europese Green Deal?
‘Het verminderen van de CO2-uitstoot met 55 procent in 2030 is een realistische doelstelling van de Europese Commissie’
Bent u op hoogte van de inhoud van het IPCC-rapport?
Grootste uitdaging
Om met die laatste vraag te beginnen: slechts 7 procent van de ambtenaren die deelnemen aan de raadpleging zegt goed op de hoogte te zijn van de inhoud van de Green Deal. En maar liefst 27 procent is dat juist helemaal niet. Dat is even schrikken als je bedenkt dat klimaat een van de belangrijkste beleidsterreinen van de komende decennia is. Gelukkig geeft een meerderheid van 64 procent aan in ieder geval deels op de hoogte te zijn (en 2 procent weet het niet). Toch vraag je je af: moet er niet veel meer kennis aanwezig zijn?
Gevraagd naar hun oordeel over het pakket maatregelen dat in het kader van de Green Deal wordt genomen, zegt 57 procent dat goed tot zeer goed te vinden. Ongeveer een kwart, zo’n 24 procent is neutraal en 15 vindt het pakket maatregelen slecht tot zeer slecht. Als reden voor een slechte beoordeling zegt 14 procent dat de maatregelen niet ver genoeg gaan en 43 procent dat ze te ver gaan. Nog eens 14 procent vindt dat ze niet helder zijn uitgelegd en 29 procent geeft een andere reden. Voor die laatste groep is vooral de te grote vrijblijvendheid van de maatregelen een probleem.
‘Slechts 7 procent is op de hoogte van de Green Deal’
Uitdaging
Wat denken de deelnemende ambtenaren dat de grootste uitdaging zal zijn in het realiseren van de plannen van de Europese Commissie? Weerstand van nationale lidstaten zegt 28 procent. Weerstand van consumenten denkt 8 procent en weerstand vanuit de industrie zegt 30 procent. Bij 10 procent van de ambtenaren bestaat twijfel aan de financiële haalbaarheid en bij 12 procent aan de technische haalbaarheid van de plannen. Een andere uitdaging zegt 11 procent – het is namelijk een combinatie van bovenstaande punten – en 1 procent weet het niet.
Kijkt u anders aan tegen de noodzaak van klimaatmaatregelen sinds de verschijning van het laatste IPCC-rapport?
We moeten streven naar (meer) opwekking van duurzame energie
RES
Om het Nederlandse klimaatbeleid beter te faciliteren komt er in het nieuwe kabinet mogelijk een minister voor klimaatzaken. Hoe kijken de deelnemende ambtenaren daar tegenaan? Een meerderheid van 63 procent ziet wel de voordelen van zo’n klimaatminister. Slechts 15 procent ziet het niet zitten. Nog eens 19 procent neemt over deze kwestie geen standpunt in en 3 procent weet het niet.
Gevraagd waarom men een speciale minister voor klimaatzaken wil, zegt 18 procent dat hij of zij klimaat beter kan agenderen in het kabinet en 72 procent dat gefragmenteerd beleid met zo’n minister wordt voorkomen. En 10 procent geeft andere redenen. Een ambtenaar zegt bijvoorbeeld dat de K in EZK het altijd af zal leggen tegen EZ. Een andere ambtenaar noemt het zelfs ‘gênant’ en ‘belachelijk’ dat klimaat en economie bij een ministerie zijn ondergebracht.
De tegenstanders zeggen dat het vooral symboolpolitiek is (40 procent) en dat de inhoud van het regeerakkoord belangrijker is dan de poppetjes (27 procent). Een minister zonder duidelijk beleidsterrein heeft geen invloed zegt 12 procent en 31 procent geeft een andere reden.
Op de vraag of de centrale overheid zich meer met klimaatbeleid en met name CO2-reductie moet bezighouden, of beter kan inzetten op decentralisatie, zoals dat nu gebeurt in de RES, zegt 73 procent een voorstander te zijn van centralere aansturing. Slechts 10 procent vindt de huidige taakverdeling goed. 7 Procent wil juist meer verantwoordelijkheid beleggen bij decentrale overheden en 11 procent weet het niet. ◼
Het kabinet wil kijken naar de haalbaar- en betaalbaarheid van de Green Deal. Vindt u dat juist?
*Dit artikel is geschreven door Marc Notebomer.