nieuws Bestuurskracht

Participatie, leren en het magische woord: vertrouwen

Vorig jaar verscheen het boek Leren in Participatieland.[1] Centraal in het boek staat het zogenoemde kleine en grote leren. In een serie van drie artikelen reflecteren burgemeester van Etten-Leur en voormalig ROB-lid Miranda de Vries, programmamanager lokale democratie van de VNG Frank Speel en directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen Chris Kuijpers  op wat dat in de praktijk betekent. En in een vierde, afsluitend artikel zetten auteurs Frederik van Dalfsen, Steven Blok en Henk Wesseling een en ander nog eens op een rij. Maar nu eerst: reflecties door de VNG met Frank Speel.

Veel maatschappelijk vraagstukken, problemen en opgaven doen een beroep op onze instituties. Het lastige is alleen dat onze instituties vandaag de dag niet altijd in even goed daglicht staan (we hoeven het woord toeslagen[2] maar te noemen). Met name ons vertrouwen in deze instituties is in verval, of in ieder geval in beweging.[3]

Vertrouwen, of juist wantrouwen, is inmiddels “die ene variabele” waar men bij elke verklaring op terugvalt: het vertrouwen in de politici is laag, boze inwoners vertrouwen de gemeente(ambtenaren) niet meer in participatieprocessen (want de uitkomst staat al vast) en het vertrouwen in bijvoorbeeld rijksdiensten (Belastingdienst, VWS) heeft ook flinke klappen opgelopen.[4]  Buiten het openbaar bestuur is het vertrouwen in banken (Libor, CumEx, Panama Papers), grote bedrijven (Volkswagen emissieschandaal), of sociale media (The Facebook Files) flink beschadigd. En als institutionele systemen falen, zullen er altijd alternatieven opstaan om hun plaats in te nemen. [5]

De vraag voor onze democratie is wie of welke institutie het vertrouwensvacuüm op wat voor een manier gaat vullen. We zien suggesties in de markt waar vertrouwen steeds meer gebaseerd wordt op goede beoordelingen (zoals Airbnb-verhuurders met meer dan 4,5 sterren, pizzarestaurants op Thuisbezorgd met geen enkele negatieve review of – gelukkig nog niet hier – werknemers als ze een goede score hebben op Peeple[6], een ratingplatform voor mensen).

Als we onze medemens en onze overheden niet meer vertrouwen en afhankelijk worden van beoordelingssystemen, zien wij nog niet hoe al die publieke vraagstukken en opgaven tot gesteunde oplossingen komen.

Versterken
Participatie is inmiddels een veelgebruikt middel om bij beleidsvraagstukken specifieke, maatschappelijke perspectieven in te brengen. Maar participatie is in meer algemene zin ook een manier om gemeenten, waterschappen en provincies dichter bij de inwoners te brengen of om de lokale democratie te versterken.[7] Wanneer kunnen participatie en vertrouwen elkaar versterken?

In Leren in Participatieland is benadrukt hoe – naast werken aan gesteunde oplossingen – het werken aan een gesteund proces misschien nog wel van groter belang is. Juist processen waar men steun voor heeft, kunnen bijdragen aan “vooruit leren”: samen willen komen tot oplossingen en accepteren dat je dan soms niet de oplossing krijgt die je zelf voorstaat. Bij participatieprocessen ligt dan vaak de nadruk op stappen als gezamenlijke interpretatie van de situatie, echte ontmoeting en invloed organiseren van alle stakeholders. Er zijn ook mogelijkheden van meer democratisch procedurele aard zoals burgerfora en -beraden, wellicht ook een goed begeleid referendum met een goede vraagstelling (niet per se correctief, maar juist met een paar goede alternatieven als oplossingen).

In leren in participatieland hebben we leren van participatie centraal gesteld. De vraag is hoe leren en vertrouwen elkaar kunnen versterken.

Inzichten
Wat bieden inzichten uit participatieland? Leren in Participatieland stelt het begrip leren in twee vormen centraal om participatie beter te begrijpen en beter te doen.[8] Het grote leren gaat over hoe overheid en samenleving leren over een thema zoals participatie of de democratie. Hoe zorgen we er voor dat alle ervaringen die we opdoen leiden tot zinvolle opvattingen en lessen over participatie? Bij het grote leren, zijn – in een ideale situatie – meerdere sociale actoren bezig met een meer algemeen onderwerp als participatie, om daar in de toekomst beter mee om te kunnen gaan.

Het kleine leren gaat over hoe in alle participatieprocessen naar een resultaat gewerkt wordt. In deze processen leren participanten met elkaar een oplossing te vinden voor een vraagstuk. Door bijvoorbeeld met elkaar in gesprek te gaan en van elkaar te leren, komen ze tot een gezamenlijke probleemdefinitie met bijpassende oplossingen. Ze creëren samen een handelingsperspectief om het vraagstuk te adresseren.

Het grote en kleine leren gaan hand in hand en moeten beide worden geagendeerd. Juist bij de start van deze nieuwe bestuursperiode bij gemeenten is een gesprek hierover van groot belang. Wat voor gemeente willen we zijn en hoe gaan we dat vormgeven? Een aanzet tot dit soort fundamentele gesprekken over participatie deden de VNG en Berenschot in het kader van de het wetsvoorstel ‘versterking participatie op decentraal niveau.[9]

Confirmation bias
Dat grote en kleine leren zullen  aanzienlijk meer resultaat hebben als de deelnemers een zeker vertrouwen in elkaar hebben, of als dat wederzijds vertrouwen in het proces verder groeit. Om iemand te kunnen vertrouwen, moet de ander het waard zijn te kunnen vertrouwen. Daarvoor is het belangrijk om te kijken naar de confirmation bias die we allemaal hebben te overwinnen. Deze bias omvat de neiging om op zoek te gaan en bevestigd te krijgen dat wat we al geloven en is een grote belemmering voor gezamenlijke leerprocessen en voor een goed democratisch leven.

Een van de beste behandelingen voor confirmation bias is interactie met hen die er andere opvattingen op na houden. We zien twee veelbelovende opties waarmee de komende jaren het thema vertrouwen concreet geadresseerd kan worden:

  • Pijn lijden: gezamenlijk leren over hete hangijzers
    De afgelopen jaren – en vermoedelijk ook de komende tijd – staat sterk in het teken van vervullen van grote opgaven. Een bruisende participatieve democratie zal nodig zijn. Dat vraagt om processen van klein en groot leren op pijnlijke, maar belangrijke thema’s. Bijvoorbeeld de Coronamaatregelen[10], energie, milieu, economie, rechtvaardigheid. Dit is nodig, zo stelde Harvardhoogleraar Archon Fung, om ‘onze leiders verantwoordelijk te houden, te pleiten voor sociale rechtvaardigheid, fouten van experts te corrigeren en lokaal te innoveren en leiding te geven.’ [11] Het onderhouden en bouwen aan vertrouwen zal in die leerprocessen steeds aan de orde moeten zijn. De afgelopen jaren is veel aanspraak is gedaan op ons vertrouwen. We hebben als maatschappij meer vertrouwenssprongen moeten maken dan normaal: een sprong van wat we wel wisten naar wat we niet wisten, bijvoorbeeld om elkaar te beschermen tegen een virus. Gezamenlijke reflectie (het grote leren) op wat we hebben gedaan en gezamenlijk nieuwe vraagstukken oplossen, bepaalt de koers van het vertrouwen in de overheid, de democratie en elkaar. We moeten in gesprek blijven met alle groepen die daar voor open staan, ook meer radicale groepen tot en met complotdenkers als dat binnen de grenzen van de rechtsstaat vorm kan krijgen.
  • De vermoeide meerderheid
    We kennen in Nederland al wel de stille meerderheid (politici hebben het er graag over). Ook wordt er gesproken over participatiemoeheid. Maar het begrip de vermoeide meerderheid kenden we nog niet (zo goed). In de The Atlantic[12] stond recent een artikel waar dit interessante fenomeen behandeld werd. De vermoeide meerderheid is niet een soort middenpartij tussen links en rechts of progressief en conservatief. De groep deelt raakvlakken met al die assen, maar heeft wel een paar typische kenmerken[13]: ze zijn ideologisch meer flexibel; ze ondersteunen politieke compromissen; ze zijn vermoeid door hedendaagse politiek;  ze voelen zich vergeten door de felle politiek.Het gaat om een grote groep die voor steun het verschil kan maken. Juist bij hen moet het vertrouwen terugkeren. Deze groep is de afgelopen jaar pessimistisch geworden. Ze zijn (te) moe om te vechten voor iets, maar tegelijkertijd welwillend om te luisteren. Ze zijn moe geworden door de manier waarop we het maatschappelijk debat voeren. Wanneer we – politiek, maatschappelijk en binnen participatieprocessen – ons blijven richten op de flanken, wier vertrouwen sowieso al moeilijk te winnen is, verliezen we de vermoeide meerderheid.

Waarom is deze groep juist zo belangrijk? Zoals gezegd gaat het om een groep die de doorslag voor steun kan geven. Ook is het een groep waarmee daadwerkelijk goede communicatie en procesvoering tot resultaten kan leiden omdat de confirmation bias niet op voorhand onoverkomelijke belemmering oproept. De vermoeide meerderheid is daarmee een belangrijke groep om erbij te houden; om niet verder te vermoeien. We denken dat het belangrijk is om deze groep tegemoet te komen met goed georganiseerde, rustige en op gezamenlijk perspectief gerichte participatieprocessen. Hoe aantrekkelijk het ook is om sterke stemmen aan het woord te laten, de toon te laten zetten en de koers te laten bepalen; het leidt tot het afhaken van een nog grotere groep.

Quick fix noch magic bullet
Er is geen quick fix en ook geen magic bullet. Vertrouwen in instituties of elkaar is niet zomaar snel te verbeteren. Als er iets echt misgaat, moet dat ook op een serieuze manier hersteld worden. Daarbij speelt er, wat betreft vertrouwen en het werken aan onze democratie, zo ontzettend veel. Sociale wetenschappers hebben ten minste drie belangrijke krachten geïdentificeerd die succesvolle democratieën collectief met elkaar verbinden: sociaal kapitaal (uitgebreide sociale netwerken met een hoog niveau van vertrouwen), sterke instellingen en gedeelde verhalen.[14]

Ondanks de grootte van het onderwerp hebben we twee suggesties gedaan om – aan elkaar, of als publieke organisatie aan burgers – betrouwbaarheid te tonen: organiseer iets participatiefs met elkaar om te reflecteren op belangrijke thematiek[15] en verspil niet verder het vertrouwen van de vermoeide meerderheid (in plaats van tevergeefs het vertrouwen van extreme opvattingen te winnen en de rest daarbij te verliezen). Deze laatste groep is het meest vatbaar – in de goede zin – en heeft het meest behoefte aan gezamenlijke leerprocessen. Laat aan deze groep zien dat je als overheid te vertrouwen bent.

Juist aan het begin van deze raadsperiode wordt de kans geboden voor een mooie opgave. Gezamenlijke reflectie op belangrijke vraagstukken. Een eerste onderwerp van reflectie wordt al op een presenteerblaadje aangeboden door het eerder genoemde wetsvoorstel. Ga met elkaar in gesprek over de democratie en werk aan inhoudelijke vraagstukken om vertrouwen te tonen en betrouwbaar te zijn. Dag in, dag uit.

Dit artikel is geschreven door Frank Speel (programmamanager lokale democratie) in samenwerking met Henk Wesseling & Steven Blok.

Voetnoten

[1] https://www.berenschot.nl/publicaties/leren-in-participatieland.
[2] https://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/05/hoe-overheid-en-burger-elkaar-kwijtraakten-a4034367.
[3] Botsman, R. (2017). Who can you trust?: how technology brought us together–and why it could drive us apart. Penguin UK.
[4] Enkele voorbeelden uit een onderzoek uit 2021: https://www.eur.nl/nieuws/sterk-dalend-vertrouwen-de-overheid-de-laag-vertrouwensamenleving.
[5] Botsman, 2017, p. 259.
[6] https://en.wikipedia.org/wiki/Peeple_(app).
[7] Zie de memorie van toelichting bij het concept wetsvoorstel, via: https://www.internetconsultatie.nl/participatieverordening.
[8] Meer weten over de wetenschappelijke achtergrond van het boek: zie de wetenschappelijke bijlage die te vinden is via: https://www.berenschot.nl/lereninparticipatieland.
[9] https://vng.nl/nieuws/voorbeeld-verordening-participatie-en-handreiking-verschenen.
[10] Daar zijn, in participatieve zin, ook al wel interessante initiatieven: https://populytics.nl/cases/online-burgerparticipatie-coronabeleid/.
[11] Fung, A. (23 april 2020). COVID-19 Requires More Democracy, Not Less. Boston Review.
[12] Haidt, J. (11 april 2022). Why the Past 10 Years of American Life Have Been Uniquely Stupid. The Atlantic, via: https://www.theatlantic.com/magazine/archive/2022/05/social-media-democracy-trust-babel/629369/.
[13] In het originele onderzoek nemen de flanken ongeveer 33% in beslag. Het vermoeide midden, ondanks divers, beslaat dus ongeveer 67% van de standpunten. Hawkins, S., Yudkin, D., Juan-Torres, M. & Dixon, T. (2018). Hidden Tribes: A Study of America’s Polarized Landscape. More in common, NY. Via: https://hiddentribes.us/media/qfpekz4g/hidden_tribes_report.pdf
[14] Haidt, 2022. Zie ook het laatste artikel in deze reeks.
[15] Zoals bij burgerfora is gedaan: https://kennisopenbaarbestuur.nl/media/257836/nationale-burgerfora-essaybundel-def.pdf.

Delen

Reageer

*

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *